De naam van de walrus is afgeleid van de Scandinavische woorden 'val' en 'ross' dat samen 'walvispaard' betekent. Het meest opvallende kenmerk van de walrus zijn de enorme slagtanden, die zowel mannetjes als vrouwtjes hebben. De slagtanden worden gebruikt om naar voedsel de wroeten op de zeebodem. Daarnaast worden ze door de mannetjes gebruikt om te pronken én om elkaar mee te lijf te gaan. Een gevecht om de gunst van de vrouwtjes kan dodelijk aflopen, gezien de lengte van de tanden; die kan oplopen tot één meter.