De onderbelichte nachtvlinder

De zwartvlekwinteruil, de Spaanse vlag, de nunvlinder en de purperbeer: het zijn allemaal macronachtvlinders. In Nederland komen ruim 900 soorten voor en die staan nu allemaal in een nieuw boek. Schrijver Jeroen Voogd wil een lans breken voor deze onderbelichte groep vlinders.

Voogd is overigens meer geïnteresseerd in rups dan in de vlinder. Allereerst vanwege de veelkleurigheid en de veelvormigheid van de rupsen. Maar ook omdat het rupsen stadium verreweg het langste duurt. Soms wel twee tot drie jaar, terwijl het vlinderstadium soms maar een paar weken duurt. Verder zijn sommige nachtvlinder soorten überhaupt bijna niet te vinden, terwijl deze soorten als rups weer wel goed zijn op te sporen. Alle rupsen hebben haren. Zelfs op het eerste oog kale of naakte rupsen hebben op de rug een aantal haren. De meeste soorten hebben ook pootjes. Uitzondering is de slakrups, een vrij kleine algemene Nederlandse rups, die zich voortbeweegt als een slak.

De meest bekende Nederlandse macronachtvlinder is natuurlijk de vlinder van de eikenprocessierups. Afgelopen zomer was deze ‘terrorrups’ met zijn vervaarlijke brandharen niet van de televisie te slaan. Vele duizenden Nederlanders gingen met klachten naar de huisarts nadat ze in aanraking waren gekomen met deze giftige haren.

Een van de meest bijzondere soorten is de horzelvlinder of hoornaarvlinder. Van een afstandje lijkt hij op een uit de kluiten gewassen wesp.

Wil je de nachtvlinder een handje helpen en lokken naar je tuin? Doe dat dan met planten met bloemen, die 's avonds sterker geuren dan overdag. Deze planten zijn echte nachtvlinderlokkers:

• De teunisbloem
• De kamperfoelie
• Siertabak
• Damastbloem
• Engelentrompet
  
  

Auteur: Jeroen Voogd
Uitgeverij: KNNV
Reeds verschenen