Het krediet van de aarde is op
• 11-11-2008
• leestijd 5 minuten
China besloot onlangs ruim 230 miljard dollar extra te investeren in het spoorwegnet. Er komen extra hoge snelheidstreinen en de grote metropolen zullen veel beter per spoor ontsloten worden. De Chinese regering wil de binnenlandse economische vraag aanjagen, nu ze voorziet dat de buitenlandse vraag de komende jaren terug zal vallen. China kiest voor een Keynesiaanse politiek van extra overheidsinvesteringen om een forse terugval in de economische groei te voorkomen. Zo probeert de Chinese regering de gevolgen van de financiële crisis op de echte economie te beperken.
De financiële crisis is niet het resultaat van een ‘invisible hand’ en is ook geen onderdeel van de min of meer natuurlijke economische cycli. Deze crisis is gemaakt door mensenhanden en is het resultaat van bewust en onverantwoord handelen. Banken en financiële instellingen pompten veel te veel geld in de markt en verstrekten veel te royaal kredieten. Er is geen maat gehouden en op veel te grote voet geleefd, zeker in de Verenigde Staten. Er is krediet verleend op ondeugdelijk onderpand, geld uitgegeven op de pof.
Ook het krediet van de aarde raakt op. Het Wereld Natuur Fonds berekende de afgelopen maanden onze ‘ecologische voetafdruk’. Net als in financieel opzicht blijken we ook in ecologische zin op veel te grote voet te leven. De conclusie van de studie is glashelder: we putten onze planeet in hoog tempo uit. We verbruiken zoveel grondstoffen, vervuilen zo sterk, dat we binnenkort twee aardbollen nodig hebben. We teren heel snel in op onze reserves: de olie raakt in hoog tempo op, tropische bossen verdwijnen steeds sneller.
De kredietcrisis betekent het einde van meer dan twee decennia neoliberale politiek. Dat is onvermijdelijk. De bankiers en neoliberale politici hebben hun hand schromelijk overspeeld. Voor iedereen is nu zichtbaar geworden dat de markt niet kan zonder regels, zonder een krachtig institutioneel kader. Zeker, dat is nodig voor de financiële sector – maar evenzeer vraagt de ecologische crisis nu om een effectieve politieke interventie. Ook hier leven we immers op te grote voet, ook hier dreigt een bom te barsten. Consumenten en bedrijven kunnen op eigen kracht de CO2-uitstoot nooit voldoende beperken. De doorbraken die nodig zijn, zullen door de markt niet worden afgedwongen. De politiek moet ingrijpen. Het kabinet-Balkenende IV, gevangen als zij is in een neoliberaal gedachtegoed, wil deze stap tot nu toe niet zetten. Zij probeert vooralsnog via vrijblijvende afspraken met het bedrijfsleven en voorlichtingscampagnes voor consument de klimaatverandering te beteugelen. Deze week maakte het Planbureau van de Leefomgeving bekend dat op deze manier de doelen in het geheel niet gehaald gaan worden. De Nederlandse regering moet nu de loomheid van zich afschudden en zelf in actie komen. In ons energiegebruik moeten we maat houden en ermee stoppen op veel te grote voet te leven. De tijd is rijp voor een groot Plan voor het Klimaat, naar analogie van het Plan van de Arbeid waarmee de sociaaldemocratie de economische crisis in de jaren dertig te lijf wilde gaan. Dit plan kan twee doelen op een heel effectieve wijze met elkaar verzoenen: de klimaatcrisis aanpakken via een groot overheidsprogramma en voorkomen dat Nederland wegzakt in een recessie. De Chinezen kunnen voor ons een voorbeeld zijn. Ook de Europese Commissie denkt na over een groot investeringsprogramma om te voorkomen dat de economische groei stilvalt. De Duitse regering komt met en extra investeringsprogramma van 50 miljard euro. Sarkozy legt 175 miljard opzij om de recessie te voorkomen. Gek genoeg is hier in Nederland nog weinig publieke discussie over. Minister Bos wees enkele weken geleden na de Ministerraad extra investeringen nog af. Waarom wel de ING in staat stellen te overleven om met overheidskredieten maar geen middelen ter beschikking stellen voor de overleving van onze planeet?
Natuurlijk kosten deze interventies geld. Maar de kredietcrisis heeft laten zien dat als de nood hoog is minister Bos de extra miljarden wel weet te vinden. En de baten van het tegengaan van de klimaatcrisis en een economische recessie zijn hoog. Een verstandige investering hierin kan dus heel rendabel zijn. Het is verantwoord voor deze inspanningen het financieringstekort op te laten lopen. De Emu-normen bieden Nederland ook deze ruimte. En let wel, niets doen zal uiteindelijk veel duurder zal uitpakken.
Het Plan voor het Klimaat vermindert de CO2-uitstoot, bevordert de ontwikkeling van moderne economische sectoren en voorkomt werkloosheid en een recessie. Het plan zal in Nederland moeten bestaan uit een vijfslag.
1. Grootscheepse investeringen in het openbaar vervoer. Reizen met het openbaar is minimaal drie maal beter voor het milieu dan reizen met de auto. Een forse verbetering van het openbaar is ook de enige manier om Nederland bereikbaar te houden. Het kabinet Balkenende IV heeft nauwelijks plannen voor investeringen in spoor, tram, metro en bus. Jaarlijks zou hiervoor minimaal 2 miljard extra worden uitgetrokken.
2. Deltaplan voor duurzame energie. Primair gericht op wind- en zonne-energie. Binnen tien jaar moet alle elektriciteit duurzaam worden opgewekt. Dat kan als we hele grote windmolenparken gaan bouwen in de Noordzee en de daken in Nederland bedekken met zonnepanelen. Het kabinet laat nu komend jaar slechts 165 windmolens bouwen en er is budget voor zonnepanelen op 8.000 woningen. In het Plan voor het Klimaat worden deze investeringen gefinancierd via een feed-intarief. Kosten voor de energieverbruiker één euro per week en voor het Rijk één miljard per jaar
3. Landelijk programma voor isolatie van woningen en gebouwen. Onvoorstelbaar veel energie lekt weg door slechte of onvoldoende isolatie. De bouwsector dreigt door de kredietcrisis harde klappen te krijgen: faillissementen en werkloosheid zijn in aantocht. Isolatie moet door het Rijk voorgefinancierd worden aan woningbouwverenigingen en huizenbezitters. Uit energiebesparing kan het geleende geld in tien jaar terugbetaald worden. Hiervoor moet een fonds van enkele miljarden gecreëerd worden.
4. Een slim programma van groene innovatie. De economie moet op een groene leest geschoeid worden. Dat vergt enorm veel innovatie. Hiervoor moet jaarlijks 500 miljoen uitgetrokken moeten worden.
5. De vervuiler betaalt. Klimaatverandering is een internationaal probleem. Ontwikkelingslanden moeten grote uitgaven doen om het hogere water, de heftiger stormen, de droogte en nieuwe ziektes het hoofd te kunnen bieden. En dat terwijl zij het klimaatprobleem niet hebben veroorzaakt. Vanuit het principe de vervuiler betaalt stelt Nederland jaarlijks 0,25 procent van het BNP beschikbaar voor ontwikkelingslanden.
Minister Bos is druk geweest met het blussen van de financiële branden. Maar nu moet de volgende stap gezet worden. Ook de tropische bossen branden en er dreigt een recessie. Tijd voor een ambitieuze aanpak: Het plan voor het Klimaat.