Er zijn uiteenlopende manieren bekend waarmee paddenstoelen hun sporen afschieten. Nestzwammetjes schieten hun sporen in pakketjes, de zogenaamde eitjes, af en zo blijkt nu, met een uiteenlopend resultaat. Het mestnestzwammetje blijkt het hardst te schieten, het gestreept nestzwammetje schiet het verst.
Op houtsnippers zijn regelmatig nestzwammetjes te vinden. Kleine bekervormige zwammetjes die eruit zien als een klein nestje met daarin iets wat lijkt op kleine eitjes. Als de nestzwammetjes jong zijn, zijn ze bedekt met een vlies en in rijpe staat is het vlies eraf en zijn de 'eitjes' zichtbaar. Deze eitjes, ook wel peridiolen genoemd, zitten vol met sporen.
Waterdruppels, die het 'nestje' raken, zorgen ervoor dat de 'eitjes' het nestje uit vliegen. Aan zo'n eitje is een kleverig knopje bevestigd dat, zodra het een grasspriet of ander voorwerp raakt, daaraan blijft vastzitten. Maar het eitje vliegt door en trekt een koordje, het funiculum, uit het kleverig knopje. Vervolgens wordt het eitje in zijn vlucht gestopt en slingert zich door de middelpuntvliedende kracht om het voorwerp waaraan het kleverig knopje is geplakt. Verschillende wetenschappers hebben zich in de loop van de tijd bezig gehouden met de vraag hoe het afschieten in zijn werk gaat en hoe ver zo'n eitje kan vliegen.