Met grote regelmaat krijgen wij Zelf Geschoten filmpjes binnen van Gerrie van der Meulen, die steeds mooier worden. Zijn geheim? ,,Heel veel geduld, heel veel tijd en heel veel mazzel.”
Gerrie begon al in 1971 met filmen omdat het hem boeide en de natuur hem rust gaf. In die tijd heeft hij veel gezien. ,,Vogels, wilde zwijnen, marters, muskusratten, dassen, vossen’’, somt hij op. ,,Dit jaar heb ik een ree gefilmd op slechts vier meter afstand. Ze keek me aan, maar bleef gewoon dooreten. Dat is geweldig, zo’n moment.’’
"Ik had een camouflagepak aan, dus ik zag er niet bedreigend uit voor de ree.
"
Filmen vanuit de auto
De meeste video’s die Gerrie maakt, zijn gemaakt tijdens het wandelen. Zijn favoriete natuurgebied is de de Bruuk in Groesbeek, daar komt hij al vijftien jaar regelmatig. Soms maakt hij ook video’s vanuit de auto. ,,Zo heb ik al mijn apparatuur bij de hand, zit ik beschut en zien dieren mij niet als gevaar’’, zegt hij. ,,In 1999 filmde ik een torenvalk die een muis aan het eten was op een paaltje. Ik stond net niet op de goede plek, dus zette ik mijn auto een meter naar voren. De torenvalk merkte daar niks van en ging gewoon door met eten.’’
Oog in oog met een ijsvogel
Een van zijn favoriete filmpjes die Gerrie heeft gemaakt is een serie opnames van een ijsvogel. Eerst heeft hij de ijsvogel een tijd lang goed geobserveerd. Zo kwam Gerrie erachter op welke tak het beestje het liefst zat. ,,Het enige wat ik toen nog hoefde te doen, was mijn camera op een stok in het water zetten en een eind verderop te wachten. Zo heb ik vijftien opnames weten te maken van hoe de ijsvogel een visje eet.’’
,,Het moment dat je oog in oog staat met een ijsvogel is onvoorstelbaar. Het voelt beter dan het winnende doelpunt maken tijdens de kampioenschappen."
Tips en trucs van Gerrie:
1. Ga vroeg in de ochtend
Ik ga vaak al rond 5 uur ’s ochtends de deur uit. Dan is het het rustigst buiten en heb je de meeste kans iets tegen te komen.
2. Trek camouflagekleding aan
Ik zit nooit in een schuilhut, maar wandel wel altijd in soldatenpak en met een breedgerande hoed. Zo wordt je minder snel opgemerkt en schrikken dieren niet van je.
3. Film met een camera die goed kan zoomen
Als je goed kunt inzoomen, hoef je niet per se dichtbij te komen en schrik je dieren niet af. Ik film zelf met een Panasonic hc-v550. Let wel op: hoe meer je inzoomt, hoe sneller het beeld gaat wiebelen. Een statief kan dus ook handig zijn.
4. Hou je oren open
Sommige dieren laten zich niet meteen zien, maar door goed te luisteren weet je wel dat ze er zitten. Het helpt ook als je weet welke vogel welk geluid maakt. Als je een puttertje hoort roepen, dan weet je dus al dat hij er zit en hoef je alleen maar te goed te kijken.
5. Zorg dat je de zon in je rug houdt
Anders wordt het lastig om iets te zien op je filmpje.
Heb jij ook een mooi natuurfilmpje gemaakt?
Stuur hem in
voor de rubriek Zelf Geschoten.