Ooit kwamen edelherten overal in Nederland voor, nu leven ze nog enkel in twee ‘officiële’ gebieden. In de toekomst zouden ze, dankzij nieuwe verbindingen, meer leefgebieden kunnen gaan bevolken en die bij voorkeur op eigen kracht bereiken. En als het edelhert zich in die nieuwe gebieden weet te handhaven, dan geldt dat voor heel veel verschillende soorten dieren en planten. Het edelhert is een graadmeter voor hoe onze natuur ervoor staat, en hoe wij met onze natuur omgaan.
In Nederland komt het edelhert voor in twee gebieden: op de Veluwe en in de Oostvaardersplassen. Van nature komt het edelhert in Nederland in alle habitats voor: de duinen, het rivierengebied, op de hogere gronden in de bossen en zelfs in de moerassen en de venen, waarmee Nederland oorspronkelijk voor bijna twee derde bedekt was en die nu vrijwel geheel verdwenen zijn.
Het milieu van de Oostvaardersplassen is anders dan dat van de Veluwe. De dieren die in de Oostvaardersplassen zijn geïntroduceerd komen voor een deel van de Veluwe en voor een deel uit Schotland. De verwachting van sommigen is dat edelherten die in een kleimoeras leven zwaarder worden dan de relatief kleine herten op de Veluwe. Maar of dat bewaarheid wordt is onzeker. Want de edelherten en andere daar levende grote zoogdieren worden daar immers niet bejaagd, waarmee de populaties zich aldaar op natuurlijke wijze zullen kunnen aanpassen aan het beschikbare voedsel. Dit mechanisme is overigens de basis van alle ecosystemen, om het even of er wel of geen grote predatoren als wolven voorkomen. Er wordt bovendien vaak ten onrechte gedacht dat dit proces aan schaal gebonden is. Het principe dat de primaire productie, het totaal van in het leefgebied groeiende voor de soort geschikte voedselplanten, bepalend is voor de draagkracht en dus het aantal voorkomende herbivoren, is in beginsel niet anders werkzaam in grote dan in kleinere gebieden.
Er komen buiten de afgesloten terreinen en de zogeheten 'vrije wildbaan' op de Veluwe in Nederland vrijwel geen edelherten (meer) voor. Maar dat is mensenwerk. Oorspronkelijk was heel Nederland bezet met edelherten. De dieren zijn nu teruggedrongen tot de meest voedselarme gebieden. Voorts zijn nagenoeg alle gradiënten naar omliggende andere vegetatietypen als ooibossen, kleigebieden, rivierlopen, enzovoort voor de dieren onbereikbaar gemaakt. Door wegen, rasters en jacht wordt nagenoeg elke poging van herten om verloren gegane gebieden te herbezetten verijdeld. Elk jaar zijn er wel meldingen van op natuurlijke wijze uit Duitsland naar Nederland migrerende edelherten. In alle aan de oostgrens gelegen provincies komt dit regelmatig voor. Deze dieren worden echter niet geduld en derhalve afgeschoten.
De gebieden waar de herten nu in Nederland leven zijn onderling niet meer via ecologische routes bereikbaar. Nieuwe aan te leggen ecologische verbindingen zoals ecoducten en corridors zouden dat in de toekomst moeten verhelpen. Over het opnieuw verbinden van ecologisch gezien geïsoleerd geraakte natuurgebieden is in 2005 op initiatief van Stichting Kritisch Bosbeheer een boekje verschenen genaamd "De Veluweroute". Daarin wordt beschreven dat het heel goed mogelijk is om ook in het huidige Nederland grotere dieren van natuurgebied tot natuurgebied te laten wandelen.
Sinds november 2005 zijn er ook in het Weerterbos op de grens van Limburg en Noord-Brabant edelherten aanwezig, zij het niet in het wild. Het gaat om een groep van 15 uit België afkomstige dieren die daar zijn uitgezet. Deze herten bevinden zich nochtans in een wildraster van 150 hectare. Het is de bedoeling dat de dieren binnen enkele jaren hun vrijheid verkrijgen en mogelijk kunnen uitzwermen over Noord-Brabant en Limburg. Begin oktober 2009 is het wildraster nog niet opengesteld en op dit moment bestaat de groep uit 5 herten en 22 hindes.