Het bevlogen jaar van vogelaar Arjan Dwarshuis

Het was zijn grote jeugddroom: zoveel mogelijk verschillende vogels zien. En op 1 januari 2016 was het zover, vogelaar Arjan Dwarshuis ging van start met zijn Big Year. Een jaar lang reisde hij de wereld over en wist in 366 dagen tijd 6852 vogelsoorten te zien. Naast dat het zijn grote wens was, maakte Arjen van zijn reis ook een missie. Aandacht vragen voor de voor de bescherming van vogels, want één op de zeven vogelsoorten wordt met uitsterven bedreigd. In zijn boek “Een bevlogen jaar” laat hij de verwoestende effecten van de mens zien op de natuur, maar ook de hoopgevende verhalen van lokale natuurbeschermers.

Een van die mooie hoopvolle verhalen is de geschiedenis van de Jocotoco Foundation. Het begon allemaal in 1997, tijdens een expeditie naar de afgelegen Tapichalaca bergrug, in het grensgebied met Peru, waar de beroemde ornitholoog dr. Robert Ridgely tijden een expeditie een voor hem onbekende vogelzang, een luid ‘woo...woo-woohoo!’ Na lang zoeken vonden ze de bron van het geluid, een spectaculaire, 24 centimeter grote, grijsbruine antpitta, met een zwarte kop, witte keel en een unieke witte vlek aan de snavelbasis. Direct wisten ze dat ze naar een nog onbeschreven soort keken, want er was geen enkele vogel die ook maar in de verste verte op deze vogel leek. Ze vernoemden hem naar dr. Ridgely zelf, Grallaria ridgelyi. De lokale boeren kenden de vogel al langer als de ‘Jocotoco’, refererend aan zijn kenmerkende geluid.

De Jocotoco Antpitta is zeer zeldzaam en zijn leefgebied verdween in alarmerend tempo door ontbossing. Een jaar later werd de Jocotoco Foundation opgericht, om de laatst overgebleven habitat van de antpitta te beschermen. Sindsdien heeft deze stichting nog twaalf reservaten door heel Ecuador aangekocht. Bij alle reservaten zijn ecolodges aangelegd, waarbij de opbrengst van ecotoerisme wordt gebruikt om nieuwe grond aan te kopen. Het belangrijkste volgens Arjan Dwarshuis is dat de organisatie samenwerkt met de lokale bevolking: het personeel en de gidsen zijn allemaal afkomstig uit de omliggende lokale gemeenschappen. Op die manier wordt er een draagvlak voor natuurbescherming gecreëerd en worden ontbossing en stroperij tegengegaan.