Rode bosmieren (Formica rufa) houden hun mierenhopen altijd lekker warm en vochtig. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van hun eieren en larven. Het grote nadeel van dit klimaat is echter dat het de groei van allerlei schimmels bevordert. Hoe voorkomen de mieren schimmelinfecties?
De bos-apotheek
Mierenvolken bouwen hun heuvels bij voorkeur rondom boomstronken. Dit heeft ook een bijzondere reden: mieren maken gebruik van het hars dat de stronken afscheiden. Voor de boom werkt hars als een soort pleister. Het bevat etherische oliën die de beschadigingen aan de stam en de takken desinfecteren en beschermen tegen infecties. Bosmieren verzamelen brokjes hars die ze door hun hopen verspreiden. Onderzoekers hebben vastgesteld dat mierenhopen die veel hars bevatten minder vaak last hebben van schimmelinfecties. Bovendien verhoogt de beschermende werking van hars de overlevingskansen van de eieren en larven.
Eeuwig opgesloten
Het verzamelen van hars kan ook gevaarlijk worden voor de mieren. Vaak blijft er een met zijn pootjes in de kleverige massa hangen en wordt de mier opgesloten in het hars. Wanneer het brokje opdroogt en onder de aarde terecht komt kan hier na honderdduizend jaar het bekende barnsteen uit ontstaan. Wij kennen barnsteen vooral als sieraad maar ook bij wetenschappers is het populair. Het laat evolutiebiologen zien hoe bepaalde soorten, bv mieren er vroeger uitzagen.