De familieleden van de kraaien zijn soms lastig uit elkaar te houden. Is het nou een kauwtje of een huiskraai, een roek of een zwarte kraai? Daarom een kleine handleiding om al die zwarte schreeuwers uit elkaar te houden.
De raaf is de grootste van het stel: hij kan een vleugelwijdte hebben van 1 meter 20. De raaf is geheel zwart met groene tot blauwpaarse metaalglans. Wat opvalt is zijn zware, dikke snavel.
Paartje raven. Fotograaf: gerkevisser.
De zwarte kraai is veel voorkomend in Nederland. Hij is helemaal zwart vaak met een wat groenige glans over de veren. Hij lijkt sterk op de raaf maar is een stuk kleiner. De raaf is in Nederland veel zeldzamer dan de zwarte kraai.
Zwarte kraai toont zijn prachtige verenkleed. Fotograaf: corineoste
De roek lijkt ook op de zwarte kraai. Je kunt hem onderscheiden door de lichte snavelbasis met kale huid.
Roek in vlucht. Fotograaf: Wiesvink
De kleinste van het stel is het brutale kauwtje. Duidelijk herkenbaar aan z’n grijze gloed in de nek en de heldere kraaloogjes. Hij heeft een stevige, relatief korte donkere snavel.
Kauwtje met walnoot. Fotograaf: Digi-irma.
Zeldzame instinkers
De bonte kraai is goed te herkennen dankzij de grijze spencer. Dit is de zeldzaamste van de familie.
Fotograaf: Josjansen
Een typisch geval is de huiskraai, een exoot uit Azië die zich sinds eind jaren 90 rondom Hoek van Holland nestelde. De huiskraai lijkt op de kauw, maar heeft een langere snavel en meer grijs op de hals en buik.
Huiskraai in close-up. Fotograaf: Belterman.
Makkelijk te herkennen
De ekster en de gaai horen ook nog bij de kraaienfamilie. Zij zijn door hun opvallende verenkleed gelukkig veel makkelijker te onderscheiden van de rest.
Gulzige ekster. Fotograaf: Duijsens.
Gaai schiet door de takken. Fotograaf: EelcovanRoden.