Geelgroene flitsen: welke vogelsoort zou dit zijn?

Het gebeurt je vast wel eens dat je in een tuin of op een balkon zit en opeens komt er een geelgroene flits voorbij. Hoogstwaarschijnlijk is dit een vogeltje dat voorbij vliegt. Welke vogelsoort zou dit kunnen zijn? 

De groenling is vrijwel helemaal groengeel. Alleen rond het oog zijn ze wat donkerder van kleur. De vogels leven in groepen in dichte struiken. Mannetjes zijn iets groener gekleurd dan vrouwtjes, die hebben een grijsachtige tint. Beiden hebben opvallende gele randen op hun vleugels. De groenling heeft een korte, kegelvormige snavel waarmee ze zaden kunnen eten.

De kleinste vogel van Europa: de goudhaan. De goudhaan is een zangvogel die in de naaldbossen voorkomt. Ze zijn klein, groen met een gele kruinstreep. De kruinstreep heeft zwarte zijstrepen. Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden door een felle, oranje veeg in de gele kruinstreep. Ze eten vooral insecten en spinnen.

De vuurgoudhaan heeft net iets fellere kleuren dan het goudhaantje. De vuurgoudhaan heeft ook in tegenstelling tot de goudhaan witte wenkbrauwstrepen. Het mannetje heeft een feloranje kuinstreep en het vrouwtje een felgele streep. Het vuurgoudhaantje heeft een zwarte streep door het oog heen lopen. 

Met een beetje geluk tref je een groene specht aan in de tuin. Deze vogel is een opvallende, goed herkenbare verschijning. De groene specht is namelijk helemaal groen met een knalrode kruin. De mannetjes hebben een rode vlek ook onder het oog, bij de vrouwtjes is deze zwart. Ze eten vooral bosmieren. Deze worden op de grond verzameld. 

De halsbandparkiet is een luidruchtige, groene vogel met een rode haaksnavel. Ze eten vruchten en bessen, maar ook zaden gaan er goed in. Deze vogels komen uit Centraal-Afrika, maar de oorspronkelijk ontsnapte kooivogels doen het ook in Nederland ontzettend goed. Ze slapen in de winter vaak in grote groepen in bomen. 

De pimpelmees is een bekende vogel in Nederland. Deze vogel komt vaak dichtbij huizen van mensen, in broedkasten en bij voederplaatsen zijn ze vaak te vinden. Pimpelmezen komen overal voor, van bossen tot tuinen. Ze zijn geel, met een blauwe kop en blauwe vleugels. Ook hebben ze een zwarte oogstreep.

Deze vogel lijkt een beetje op de pimpelmees, maar is toch net iets anders: de koolmees. De koolmees heeft een zwart 'petje' en een zwarte 'das'. Ook deze vogel komt veel in Nederland voor, in tuinen en bossen. Koolmezen eten vooral insecten, spinnen, larven en rupsen. Maar de voederplankjes met vetbollen en vruchten zijn ook erg geliefd bij deze soort.

Gestreepte buik, rug, mantel en flanken. Dat zijn onder andere wat kenmerken van de Europese kanarie. Deze vogel heeft een korte snavel. Hiermee eet het dier vooral veel zaden, maar ook insecten. Ze zijn op veel plekken te vinden: parken, bossen en ook begraafplaatsen omvatten het leefgebied van de Europese kanarie.

Sijzen zijn bos- en poldervogels. De mannetjes zijn geelgroen gekleurd met een donkere kin, donkere vleugelstrepen en een zwarte kruin. De vrouwtjes zijn iets grijzer en gestreept. Ze zitten vaak op elzen of berken. Van deze bomen eten ze de zaden. De kleine, kegelvormige snavel is hier heel geschikt voor.

Bron: Vogelbescherming Nederland en Natuurpunt.be