Hergebruik natuursteen redt korstmossen bij dijkverzwaring
• 19-01-2011
• leestijd 2 minuten
Op dijken die bekleed zijn met natuursteen, komen van oudsher veel bijzondere korstmossen voor. Wanneer bij dijkverzwaring het natuursteen wordt vervangen door beton, verdwijnen deze korstmossen. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de BLWG ontdekten dat veel van deze soorten de dijkverzwaring overleven wanneer het natuursteen, met de hierop aanwezige korstmossen, wordt hergebruikt.
Sommige dijken rond het IJsselmeer, de Waddenkust en het rivierengebied zijn bekleed met eeuwenoude steenglooiingen met natuursteen. Het gebruik van deze materialen heeft een geschiedenis: vroeger werden houten palen gebruikt als zeewering, maar rond 1750 sloeg de paalworm toe en werden met steen beklede dijken gebouwd. Natuursteen moest vanuit allerlei plekken worden aangevoerd: grote zwerfstenen uit het noordwest Europese laagland, Scandinavisch graniet, en kalksteen en basalt uit steengroeven in Duitsland en België.
Omdat de dijkbekleding nu enkele honderden jaren oud is, komen hier veel bijzondere korstmossen voor, zoals Kusttakmos. De dijken hebben daarom behalve een cultuurhistorische waarde, ook een hoge natuurwaarde. Op een halve kilometer dijk groeien vaak wel vijftig tot zeventig soorten korstmossen, waarvan tien tot twintig procent op de Rode Lijst staat. Daarnaast komen er soms bijzondere mossen, varens en slakken voor. En dat is het beschermen waard. Dijkverzwaringen, waarbij natuursteen wordt vervangen door beton, vormt een bedreiging. Natuurlijk bemoeilijkt het grootschalig verdwijnen van de korstmossenpopulatie de hervestiging. Maar belangrijker is dat soorten van kalkarme milieus als graniet en basalt niet op beton kunnen groeien. Deze soorten zullen dus nooit terugkeren na de dijkverzwaring.
Om de natuurwaarde deels te behouden is de afgelopen tien jaar door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Stichting Waterproef en de BLWG onderzoek gedaan naar kleinschalig hergebruik van natuursteen. Enkele kilometers dijk werden onderzocht op het voorkomen van korstmossen en de vindplaatsen met verf gemarkeerd. Bij het verwijderen van de dijkbekleding werden de gemarkeerde stenen apart gehouden. Op een klein aantal locaties werden ze vervolgens teruggezet.
Deze reddingsactie was succesvol: ruim de helft van de korstmossen, waaronder de meeste Rode Lijstsoorten, overleefden de dijkverzwaring, hoewel het totale leefgebied met ruim 99 procent was afgenomen. Op plekken waar geen natuursteen hergebruikt werd, kwam na tien jaar hooguit één Rode Lijstsoort voor. De BLWG hoopt dat waterschappen bij dijkverzwaringen deze relatief goedkope methode zullen gebruiken als eeuwenoude steenglooiingen moeten wijken voor beton.
Tekst en foto's: Laurens Sparrius, BLWG