Herfstalsem houdt ongezien stand

De Nederlandse flora kent een zestal soorten die zich in deze tijd van het jaar met hun ‘herfstige’ naam in de kijker plaatsen. Herfstalsem is daarvan de meest recente aanwinst.

Herfstalsem (Artemisia verlotiorum) is een nieuwkomer. De soort werd pas zes jaar geleden voor het eerst in ons land aangetroffen. Dat was in Rotterdam en dat was geen toeval. Ten eerste plaats omdat de soort kort daarvoor relatief dichtbij, namelijk bij onze zuiderburen, was ontdekt; ten tweede omdat een publicatie daarover de Rotterdamse stadsfloristen ‘op scherp‘ had gezet. Uit die publicatie bleek namelijk dat zich in schijnbaar korte tijd in het Antwerpse havengebied diverse groeiplaatsen van de soort hadden ontwikkeld. Ook in Rotterdam werd nu dus naarstig naar de plant gezocht, want de concurrentie tussen beide wereldhavensteden beperkt zich vanzelfsprekend niet tot omzet- en overslagcijfers.

In Straatgras verhaalt de vinder, Remko Andeweg, hoe dit desondanks pas in december van dat jaar tot resultaat leidde. Het vinden van Herfstalsem is dan ook geen eenvoudige opgave. De composiet lijkt sprekend op de nauw verwante en algemeen voorkomende Bijvoet (Artemisia vulgaris) en is ook op dezelfde standplaatsen te verwachten: verruigde en verstoorde voedselrijke plekken, zoals rommelige bermen en braaklandjes.

Dergelijk soort plekken zijn niet voorbehouden aan havensteden alleen. Dus ook elders in het land is Herfstalsem inmiddels aangetroffen. Recent kwam daar weer een plek bij. In Wageningen ditmaal. Toch lijkt zeker nog geen sprake van een massale uitbreiding over het land. De vraag is dus of we ‘ogenschijnlijke bijvoeten’ nog steeds met te weinig aandacht passeren of dat de verwachte uitbreiding van Herfstalsem er een van de lange duur is. We zullen het zien. Tenminste, als we onze ogen goed open houden tot ver in december, zoals we nu dus weten. Helaas geven in het verleden behaalde resultaten geen garanties voor de toekomst...

Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON

Bron: Natuurbericht