Hebt u ooit wel eens een vissende vis gezien? In de diepzee leeft er een. De hengelvis (
Ceratioidea
) heeft een lange hengel op zijn kop. Aan het uiteinde van de hengel zit ‘aas’, dat bestaat uit een klompje lichtgevende bacteriën. Dit licht in de duisternis trekt veel prooidieren aan. Als een prooi dicht genoeg bij het aas is, brengt de hengelvis de hengel steeds wat dichter naar zijn bek. Uiteindelijk valt de kaak open en wordt de prooi vliegensvlug naar binnen gezogen.