Hazen vertoeven niet goed op boerenland

Hoewel hazen in het voortplantingsseizoen in de regel goed zichtbaar zijn, worden er steeds minder gezien. Ze zijn in aantal met meer dan vijftig procent afgenomen sinds 1950 en staan daarom op de Rode Lijst Zoogdieren. Vooral het boerenland wordt steeds minder geschikt voor de haas, het konijn en andere (zoogdier)soorten, zoals hermelijn.

Maar liefst elf van de zestien soorten zoogdieren die op de Rode lijst staan zijn gebonden aan het agrarisch gebied. Opvallend is dat op de Rode Lijst van 2020 de soorten die veel op het boerenland voorkomen, zoals de haas, er slechter aan toe zijn dan in 2009.

Hazen leven in kleinschalig agrarisch landschap, waar ze bescherming vinden in houtwalletjes, bosjes en struwelen. Ze zijn gebaat bij een gevarieerd dieet van verschillende kruiden. Dus als er alleen Engels raaigras groeit, hebben ze daar niet genoeg aan.

Op plekken waar er nog goed onderhouden cultuurlandschap is, worden nog heel veel hazen gezien. Dit wil niet zeggen dat het goed met de hazen gaat. Het is goed mogelijk dat juist die plekken méér hazen herbergen dan vroeger, omdat ze allemaal hun toevlucht zoeken op de plekken die nog wél landschappelijk aantrekkelijk voor ze zijn.

Reductie van stikstof zou hazen ook kunnen helpen. Een van de opties om stikstofuitstoot te verminderen in de agrarische sector, is het boerenland extensief maken. Dat is een vorm van landbouw waarbij slechts in geringe mate wordt ingegrepen in de natuur: de natuur onderhoudt als het ware zichzelf (grotendeels).

En dat zorgt niet alleen voor meer variatie in vegetatie op het grasland; het betekent ook dat er weer ruimte komt voor landschapselementen zoals heggen, houtwallen en overhoekjes, waar de hazen en andere (zoog)dieren van kunnen profiteren.

Lees meer op Nature Today

Bron: SoortenNL, Zoogdiervereniging