Eerlijk gezegd hebben wij ons vreselijk geërgerd aan het optreden van de directeur van het Nationaal Park Hoge Veluwe, Seger van Voorst tot Voorst, toen hij voor de camera’s uitlegde dat een te tamme vos dood moet. Wij hebben daar ook verscheidene verontwaardigde reacties over ontvangen. Voor een goed begrip: juist wij zijn tegen het voeren van in het wild levende dieren. Maar de kritiek daarop van de directeur van een gebied dat vooral door en voor jagers is ingericht, is nogal hypocriet. Juist jagers voeren maar al te graag en maar al te vaak hun toekomstige prooien bij. Nog veel ernstiger is dat een directeurnatuurbeheerder tamheid van dieren als iets abnormaals beschouwd. Het tegendeel is immers het geval. Het is meer dan schandalig en geheel te wijten aan jacht en bestrijding, dat werkelijk alle andere diersoorten bang zijn voor mensen. Ook voor mensen die duidelijk niets kwaads in de zin hebben.
En dat is een groot verschil met andere predatoren: dieren weten heel goed wanneer hun aartsvijanden verzadigd en slaperig zijn en verliezen dan veel van hun angst. Zo niet bij mensen, de schuwheid blijft. Alleen in gebieden waar gedurende vele jaren geen opzettelijke verstoringen hebben plaats gevonden, worden dieren tam. Ook als soorten niet meer bejaagd worden, verandert hun gedrag aanzienlijk in positieve zin. Dieren hóren tam te zijn. Wij moeten ons schamen voor elk dier dat niet tam is, natuurbeheerders voorop. Dat de vos op de Hoge Veluwe tam was, is dus eigenlijk een onverwacht compliment voor de beheerders, maar dat zien ze zelf kennelijk niet zo.
Voeren kan het proces ongetwijfeld versnellen, maar om daar “natuurfotografen” de schuld van te geven mist iedere grond. Tenzij de directeur van mening is dat iedere toerist met een lunchpakket en een mobieltje of een compact-camera onder het begrip natuurfotograaf valt.