Op 19 mei 2009 werden twee haringkoningen gevonden, één op Vlieland en één op Texel. Nooit eerder was deze soort in Nederland gezien, wel aan de noordelijke Noordzeekusten. Haringkoningen zijn diepzeevissen. Ze leven op 300-1000 meter diepte in de Atlantische Oceaan, de Stille Oceaan, de Caribische zee en de Middellandse Zee. Overal zijn ze zeldzaam. Af en toe spoelen ze aan, in kleine groepjes.
De vissen zouden hun leven lang bij elkaar in de buurt blijven. Haringkoningen eten dierlijk plankton, krill, kleine vis of inktvis, en kwalletjes. Over de levenswijze is niet veel bekend. Ze kunnen wel 11 meter lang worden en zijn daarmee de grootste beenvissen die er bestaan. Op die lengte zijn ze misschien wel 100 jaar oud. Het Texelse exemplaar is ruim drie meter lang en 15 tot 30 jaar oud. Een replica van dit dier is te zien in de expositie van Ecomare. Deze vis zou de koning van de haring zijn. Wie er één ving en levend terug in zee bracht, kon rekenen op overvloedige haringvangsten.
Als zij ziek zijn of dood gaan drijven zij aan het wateroppervlak. Om deze reden wordt geloofd dat haringkoningen verantwoordelijk zijn voor legenden over zeemonsters en zeeslangen.
Op de foto een 7 meter lange haringkoning die in 1996 aanspoelde voor de kust van San Diego, California..