Een enorme toevoer van zoet water van een meer in het noorden van de huidige VS en Zuid-Canada naar de Atlantische Oceaan heeft duizenden jaren geleden tijdelijk het Europese klimaat veranderd.
Dat blijkt uit onderzoek van wetenschappers uit Noorwegen, Frankrijk en Nederland, waarvan de resultaten donderdag in het wetenschappelijke tijdschrift Science zijn gepubliceerd.
De gebeurtenis is volgens de wetenschappers een aanwijzing dat zo'n klimaatverandering in de nabije toekomst weer zou kunnen plaatsvinden als gevolg van het versneld afsmelten van de Groenlandse ijskap.
Zo'n 8400 jaar geleden stroomde na het doorbreken van een ijsdam plotseling het zeer grote Agassizmeer leeg via de Hudsonbaai. De enorme hoeveelheid zoet water (veel groter dan die van alle huidige Grote Meren bij elkaar) leidde tot een andere circulatie in de Noord-Atlantische Oceaan. Dit kwam doordat de vorming van diepzeewater verminderde. Het gevolg was dat minder water van de warme Golfstroom uit het zuiden werd aangevoerd.
Dit verschijnsel leidde binnen twintig jaar tot een afkoeling van anderhalve graad Celsius aan het zeeoppervlak. Na een eeuw was de situatie echter weer normaal. De wetenschappers denken dat de gebeurtenis zich met het afsmelten van de Groenlandse ijskap kan herhalen, zij het dat dit nu veel geleidelijker zou kunnen gebeuren dan destijds.
De onderzoeksbijdrage van Nederlandse kant werd geleverd door marien geoloog Thomas Richter van het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek op Texel. Hij vond bewijzen voor een plotselinge verandering in de chemische samenstelling (verhouding calcium tegenover ijzer en titaan) van het bodemsediment ten zuiden van Groenland. Waarschijnlijk was dit het gevolg van de aanvoer van grote hoeveelheden modder uit het leegstromende meer.