Grote boeken over kleine beestjes
• 27-07-2014
• leestijd 4 minuten
Plotseling verscheen er de laatste maanden een aantal populairwetenschappelijke boeken over bacteriën en virussen. Wetenschapsjournalist Jop de Vrieze publiceerde Allemaal Beestjes, over de bacteriën op onze lichamen, voormalig directeur van het Centrum voor Infectiebestrijding, professor Roel Coutinho, schreef een (autobiografisch) boek over veertig jaar werken in de infectiologiebestrijding, De geplaagde mens, en in november komt de Belgische bioloog Dirk Draulans met een boek over bacteriën, gisten en schimmels.
Kortom, bacteriën en virussen zijn in. En dat geldt niet alleen voor de Nederlandstalige markt, ook internationaal werden er recent toegankelijke boeken over het onderwerp geschreven. Twee ervan bespreekt Alexander Reeuwijk op 27 juli besproken in Vroege Vogels.
Ons microbioom en de dreiging van een antibiotische winter
Wie de mens als een eenling beschouwt, zit er behoorlijk naast, stelt de Amerikaanse hoogleraar microbiologie Martin Blaser in zijn boek De beestjes in ons. We zijn overdekt met miljarden bacteriën, die bij elkaar zo’n 1,5 kilo wegen. Het geheel aan bacteriën noemt Blaser het microbioom en de samenstelling ervan is voor iedereen uniek. In dat opzicht kunnen we het functioneren van een mens vergelijken met een koraalrif of regenwoud. Wij leven samen met onze bacteriën en hebben ze nodig om gezond te kunnen leven.
Dit is het startpunt van het boek, van waaruit Blaser stap voor stap en in een soepele anekdotische stijl, vol persoonlijke ervaringen en eigen onderzoek, de lezer meeneemt naar een dreigende nachtmerrie. Als toponderzoeker (hij heeft meer dan 500 wetenschappelijke publicaties op zijn naam) waarschuwt hij voor een verstoring van het microbioom door bijvoorbeeld door veelvuldig en oneigenlijk gebruik van antibiotica, een te steriele leefomgeving, of ten gevolge van een geboorte via een keizersnede. Blaser waarschuwt vooral voor het verkeerd gebruik van antibiotica. Het blijkt dat ongeveer 80% van alle voorgeschreven antibiotica is bestemd voor de veeteelt. Dit wordt niet gegeven om dieren te vrijwaren van ziekten, zoals je logischerwijs zou verwachten.
Antibiotica in zeer lage dosering werken als een groeiversterker, waardoor dieren sneller klaar zijn voor consumptie en meer geld opleveren. De gevolgen voor de mens (en dier) zijn echter dramatisch: van een verhoogde kans op auto-immuun ziekten, tot levensbedreigende resistente bacteriën, zoals de beruchte MRSA. Blaser ziet een antibiotische winter opkomen. Gelukkig laat hij de lezer echter niet gedesillusioneerd achter. In het laatste hoofdstuk geeft hij kleine en grote oplossingen om een post-antibiotica tijdperk te voorkomen.
Levensbedreigende oversprongen
Blaser schrijft voornamelijk over het microbioom en de (potentiële) gevaren waar we de komende decennia mee te maken krijgen. In zijn boek Van dier naar mens schrijft wetenschapsjournalist David Quammen over zoönosen, infectieziekten die worden overgedragen van dieren op mensen.
Quammen bereikte een miljoenenpubliek met zijn boeken Het lied van de dodo en Monster van God, lijvige natuurhistorische boeken, geschreven in een heel persoonlijke narratieve stijl. In dat opzicht past Van dier naar mens duidelijk in Quammen’s oeuvre. In negen hoofdstukken pluist hij bekende en minder bekende geschiedenissen van infectieziekten uit, zoals Ebola, SARS en HIV, en probeert te achterhalen hoe virussen (en andere verwekkers) van dieren naar mensen hebben kunnen overspringen. Het resultaat is indrukwekkend. Het boek is een combinatie van reisverslagen, ziektegeschiedenissen en medische achtergronden, geschreven als een “whodunit” of nog meer, als een “How it has gone”. Het grote verschil met gewone detectives is dat al deze verhalen echt zijn gebeurd.
Quammen neemt de lezer mee langs de meest vooraanstaande laboratoria, hij interviewt tientallen experts, en gaat onder andere met onderzoeksgroepen mee de jungles van Afrika en Azië in. Hij beschrijft zijn bevindingen tot in het kleinste detail. Dit is tegelijkertijd het probleem van het boek. Quammen heeft de neiging zich te vergalopperen in teveel bijzaken, zijpaden en uitweidingen, waardoor het gevaar dreigt dat de lezer afhaakt. Desalniettemin is het een geweldig en tegelijkertijd een verontrustend boek en een absolute aanrader voor iedereen die zich afvraagt hoe het komt dat Ebola af en toe opduikt of hoe het komt dat HIV/aids zo’n impact heeft gehad.
Een van de conclusies die Quammen in het boek trekt, is in ieder geval helder: ‘We zijn geneigd roofdieren te beschouwen als grote beesten die hun prooi van buitenaf opeten, terwijl het bij pathogenen om kleine beestjes gaat die hun slachtoffers van binnenuit te lijf gaan.’ En daar is Martin Blaser het roerend mee eens…
Titel: De beestjes in ons; het belang van bacteriën.
Auteur: Martin Blaser
Vertaald door: René van Veen
Uitgever: Atlas Contact
ISBN: 978-90450-272-96
Aantal Blz. 368
Prijs: € 24,99
Titel: Van dier naar mens; over de opkomst van levensbedreigende infectieziekten
Auteur: David Quammen
Vertaald door: Peter Diderich
Uitgever: Atlas contact
ISBN: 978-90450-076-01
Aantal Blz. 525
Prijs € 31,99
Tip:
Dirk Draulans – De macht van het minuscule
De Bezige Bij
Verwachte publicatiedatum: november 2014