Groot onderzoek naar bestrijdingsmiddelen

Met het Europese onderzoek 'Sprint' gaan onderzoekers uit elf landen kijken welke resten van bestrijdingsmiddelen er in de bodem voorkomen en wat daarvan de effecten zijn op het bodemleven. "Vooral de effecten van mengsels van middelen zijn nooit goed onderzocht", zegt de onderzoeksleider, professor Violette Geissen uit Wageningen.

Tot nu toe worden de effecten van individuele bestrijdingsmiddelen getoetst door naar slechts vijf bodemorganismen te kijken. "En dat terwijl er in werkelijkheid wel een miljoen verschillende organismen in de bodem zitten", zegt professor Geissen. "Die oude methode is dus achterhaald. We moeten naar meer organismen gaan kijken en we moeten vooral ook naar mengsels kijken." 

Geissen maakt zich met name zorgen over de mengsels van bestrijdingsmiddelen die in bodems kunnen voorkomen. "In verschillende bodems worden nog middelen aangetroffen die al heel lang niet meer worden gebruikt, zoals DDT. Daardoor ontstaan mengsels, waarvan niemand de effecten kent.' 

Met het Europese project 'Sprint', gaan onderzoekers uit elf landen eerst onderzoeken welke middelen er precies in de verschillende bodems worden gevonden. In Nederland wordt met name gekeken naar aardappelakkers. "Vervolgens gaan we de gevonden mengsels van bestrijdingsmiddelen in het laboratorium ook toetsen op heel veel verschillende bodemorganismen", vertelt onderzoeker Paula Harkes. Op die manier hopen we en reëel beeld te krijgen van de middelen en de risico's in de praktijk."

Geissen verbaast zich erover dat in de voedselveiligheid niet hetzelfde voorzorgsprincipe wordt gehanteerd als in, zeg, de fietsen- of de auto-industrie. "Als ik een nieuwe fiets koop weet ik 100% zeker dat de remmen zullen werken. Waarom weten we tot op de dag van vandaag nog niet wat het effect is van de mix van bestrijdingsmiddelen die we in de bodem en ook op ons voedsel vinden."
In de loop van 2023 hoopt de groep van Geissen daar op zijn minst een klein beetje duidelijkheid in te kunnen verschaffen.