Groot glasmuiltjes genieten van exotisch voedsel
• 14-10-2008
• leestijd 1 minuten
Het groot glasmuiltje rukt op in Nederland. De laatste jaren vinden steeds meer sportduikers dit opmerkelijke schelpdiertje in de Zeeuwse Delta. Meestal in de zomer en het vroege voorjaar. Voor 2000 was het diertje een zeer bijzondere verschijning in de Nederlandse wateren. Momenteel zit er een recordaantal in de centrale Oosterschelde. Laatst vonden duikers er wel 10-15 per duik.
Het groot glasmuiltje, Lamellaria perspicua (Linnaeus, 1758) is een opmerkelijk maar tevens ook onopvallend weekdiertje met een lengte van circa 2 cm. Het behoort tot de mariene Gastropoda. Dit zijn de huisjesslakken uit het zoute water. Het schelpje (huisje) is, in tegenstelling tot bijna alle huisjeslakken, bij levende dieren niet zichtbaar. De mantel van het weekdier is volledig over de schelp gegroeid. Terwijl voor de meeste huisjesslakken de schelp een uitwendig skelet vormt, heeft deze soort dus een inwendig skelet. De windingen van de schelp zijn uiterst progressief in grote. Dit geeft de schelp een karakteristieke opgeblazen vorm. De wand van de schelp is flinterdun. Daardoor is het zeer breekbaar. Dit is, naast het zeldzaam voorkomen van de soort, ook een verklaring voor het zeer zeldzaam aanspoelen van schelpen op de Nederlandse kust. De kleur van de huid is meestal licht geelbruin. Samen met de ruwe oppervlakte structuur zorgt dit ervoor dat het een goed gecamoufleerd, onopvallend weekdiertje is.