België en Nederland pakken gezamenlijk de vervuiling met zware metalen in de Kempen aan. Donderdag geeft staatssecretaris Van Geel van VROM het startsein voor het uitbaggeren van twee zogenoemde slibvangen in de riviertjes de Dommel en de Tongelreep ten zuiden van Eindhoven.
Aansluitend overlegt hij met de Vlaamse minister van Leefmilieu, J. Tavernier, over de aanleg van een slibvang op Belgisch grondgebied. Als dat plan gerealiseerd wordt, neemt de vervuiling aan Nederlandse zijde met 99 procent af. Een woordvoerder van waterschap de Dommel heeft dit dinsdag meegedeeld. Vijf zinkfabrieken in België en één in Nederland hebben de vervuiling in de vorige eeuw veroorzaakt.
De twee riviertjes zijn verontreinigd met onder meer cadmium en zink. In de slibvangen, kunstmatige verbredingen van de waterloop, hechten die zware metalen zich aan de slibdeeltjes die vervolgens bezinken. Die vangen zitten echter helemaal vol. Daarom moeten ze opnieuw worden uitgebaggerd. Dat kost 12 miljoen euro.
Dat geld komt van het rijk, de provincies Noord-Brabant en Limburg, enkele waterschappen en een groot aantal gemeenten. De komende jaren staan nog meer schoonmaakoperaties op het programma. Daarmee is 32 miljoen gemoeid. (ANP)