Greenpeace gelooft niet in WRR-sprookjes
• 30-06-2006
• leestijd 2 minuten
Er was eens … een advies om met een ‘schone’ toepassing van kolen het klimaatprobleem te lijf te gaan. Dit verhaal werd vandaag verteld door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Volgens Greenpeace zijn 'schone kolen' echter een sprookje, terwijl CO2-uitstoot en klimaatverandering de harde werkelijkheid zijn. Tijd om te ontwaken.
Het sprookje van ‘schone kolen’ is al eerder verteld. Namelijk door de regeringen van de Verenigde Staten en Australië, ingefluisterd door de kolenindustrie en grote olieproducenten. Zij zien de verplichtingen van Kyoto om het klimaat te redden als een blok aan het been. Ze hebben een ander voorstel: het klimaatprobleem aanpakken door ‘schone’ toepassing van fossiele brandstoffen. Iets dat tot nu tot geen enkele vermindering van CO2-uitstoot heeft opgeleverd. Met het advies zegt de WRR ‘dag’ tegen Kyoto en ‘hallo’ tegen de aanpak van de Amerikaanse president Bush en de olie- en kolenindustrie. En dat onder het mom van ‘we moeten realistisch zijn’.
Je kunt van het WRR-advies veel zeggen, maar realistisch is de lobby voor schone kolen in ieder geval niet. De mogelijkheden van ‘schoon fossiel’, oftewel nieuwe kolencentrales, worden door de WRR zwaar overschat. Kolenstroom in combinatie met grootschalige ondergrondse CO2-dumping is pas over twintig jaar toepasbaar, terwijl windturbines en biomassacentrales nu al CO2 vrije energie kunnen produceren. CO2-dumping is ook niet zonder milieurisico’s (CO2-lekkage in de lucht, verzuring van water). Schone kolen bestaan domweg niet.
Scenario’s van het Duitse onderzoeksinstituut DLR laten zien dat de toepassing van duurzame energie dankzij technische ontwikkelingen snel betaalbaar wordt. Voor het jaar 2020 kunnen windenergie, aardwarmte en zonnekrachtcentrales zonder subsidie concurrerend zijn met kolen- en gascentrales. Als we nu investeren in zogenaamd schone kolencentrales verspillen we geld dat we kunnen steken in het concurrerend maken van duurzame energie.