Greenpeace en Consumentenbond beoordelen energiebedrijven
• 24-02-2012
• leestijd 2 minuten
Bedrijven als Essent en E.ON blokkeren door hun investeringsbeleid de overgang naar een schone energietoekomst. Dit blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau SOMO in opdracht van Greenpeace en de Consumentenbond. Essent en E.ON verkopen groene stroom en profileren zichzelf graag als groen energiebedrijf, maar investeren vooral in kolencentrales en andere fossiele bronnen. Rolf Schipper, campagneleider klimaat en energie van Greenpeace: “Voor de consument is de boodschap glashelder: kies niet alleen voor groene stroom, maar voor een werkelijk groene leverancier.”
In het onderzoek worden tweeëntwintig bedrijven onder de loep genomen. Windunie komt als groenste uit de bus. Alle stroom die Windunie produceert en verkoopt aan klanten komt van Nederlandse windmolens. Greenchoice, de Noord-Hollandse Energie Coöperatie en Eneco volgen. Ook het in Nederland relatief onbekende bedrijf Dong Energy scoort redelijk goed. De productie van stroom is nu nog niet zo groen, maar de investeringen van Dong, nu en in de toekomst, gaan bijna volledig naar windenergie. “De investeringen die een bedrijf doet zijn sterk bepalend voor onze energievoorziening de komende decennia. Bedrijven die nu nog investeren in kolencentrales, zoals Essent en E.ON, werken de overgang naar een schone en veilige energievoorziening hopeloos tegen,” stelt Schipper.
De beoordeling plaatst kritische kanttekeningen bij prijsvechters die claimen 100 procent groene stroom te leveren. De bedrijven kopen stroom in via de handelsmarkt en ‘vergroenen’ de stroom met goedkope certificaten van waterkrachtcentrales uit Noorwegen. Schipper: “Bedrijven als Oxxio en de Nederlandse Energie Maatschappij maken zich er makkelijk van af en laten de consument denken dat ze goed bezig zijn. De koplopers van deze beoordeling laten zien dat energieleveranciers geen excuus hebben om achter te blijven. Ze zijn het de consument verplicht om echt voor schone energie te gaan en hun groene claims waar te maken.”
Bron: Greenpeace