Greenpeace: Braziliaanse overheid aanjager illegale ontbossing
• 22-08-2007
• leestijd 2 minuten
De Braziliaanse overheid jaagt illegale houtkap aan onder het mom van armoedebestrijding. Dat concludeert Greenpeace in een rapport over de praktijken van het Braziliaanse instituut voor landhervorming (INCRA).
De regering van president Lula ziet het toekennen van landbouwgrond aan honderdduizenden arme Brazilianen als een van haar speerpunten. De INCRA, de instelling die het land toewijst, blijkt onder druk van de ambitieuze doelstellingen echter vaak geen landbouwgrond te verdelen, maar stukken ongerept regenwoud - soms zelfs gelegen in beschermde nationale parken.
"De Braziliaanse overheid vierde onlangs nog dat voor het derde opeenvolgende jaar de ontbossing is afgenomen in de Amazone; ondertussen faciliteert diezelfde overheid de illegale houtkap", zegt Suzanne Kröger, campagneleider Bossen van Greenpeace Nederland. "Op deze manier blijft de verwoesting van de Amazone doorgaan en krijgen de lokale gemeenschappen niet de kans om op een duurzame manier in de bossen te leven."
Het rapport van Greenpeace is gebaseerd op maandenlang veldwerk, observaties vanuit de lucht, interne rapporten van de INCRA en informatie uit contracten met houtkappers. Uit het onderzoek blijkt dat de INCRA bewust contact legt tussen vertegenwoordigers van de arme gemeenschappen en houtkapbedrijven. De houtkapbedrijven - met een lange geschiedenis van verwoestende activiteiten - leggen infrastructuur aan zoals scholen en wegen in ruil voor het recht om te mogen kappen. INCRA ontrekt zich hiermee aan de verplichting zelf deze infrastructuur te verzorgen.
De INCRA creëerde in 2006 in de Amazone bij Santarém 97 nederzettingen waarvan vele in commercieel zeer waardevolle bossen. In vijf gevallen ging het zelfs om nederzettingen in het volledig beschermde Amazonia National Park. De totale oppervlakte van deze nederzettingen bedroeg maar liefst 2,2 miljoen hectare, een gebied groter dan de helft van Nederland. In veel gevallen kwamen de nederzettingen in handen van arme Brazilianen uit de stad die geen ervaring hadden met het duurzaam beheer van bosgebied.
Nederland is een belangrijke afnemer van Braziliaans hout: 25 procent van het gezaagd tropisch hardhout op de Nederlandse markt is afkomstig uit Brazilië. Op dit moment heeft de consument geen enkele garantie dat aangeschaft hout legaal gekapt is. Greenpeace voert al jaren campagne om de handel in illegaal hout aan banden te leggen. In juni gaf minister Verburg van LNV de toezegging dat ze zich hard wil gaan maken voor wetgeving. Greenpeace zal de komende maanden aandacht blijven vragen voor de Nederlandse betrokkenheid bij ontbossing wereldwijd.
Bron: Greenpeace