Wetenschappelijke naam:
Circus pygargus
Wat valt er op aan de grauwe kiekendief:
- Sierlijk en met lange vleugels
- In de glijvlucht enigszins gehoekt
- Jonge mannetjes zijn nog relatief donker.
- Oudere mannetjes licht zilvergrijs.
- Bovenkant vleugel één en op ondervleugel twee zwarte banen.
-
Download vogelzang
(520 kB)
herkenning
Het mannetje van de Grauwe kiekendief is herkenbaar aan het grijsblauwe verenkleed met zwarte vleugelpunten en op de bovenvleugel en de ondervleugel twee zwarte banden over de armpennen. Op de onderdekveren zijn zwakke roodbruine tekeningen aanwezig. Op de staart zijn dwarsstrepen aanwezig. In het voorjaar van het derde kalenderjaar zijn de mannetjes nog vrij donker op de vleugels. Oudere mannetjes hebben een lichtere vleugelkleur.
De vrouwtjes hebben, in tegenstelling tot de mannetjes, een bruin verenkleed. De borst is lichter met bruine verticale strepen. De kop lijkt op een afstand lichter. Achter het oog is een witte halve cirkel zichtbaar.
De juveniele Grauwe kiekendieven hebben een oranjebruin tot roodachtig gekleurd verenkleed op de borst, buik en ondervleugeldekveren. Op deze delen is geen duidelijke streping zichtbaar. Verder is een juveniel overwegend bruin, met op de lichtere delen de oranjebruine kleur.
trekvogel
Grauwe kiekendieven zijn trekvogels, die overwinteren in tropisch Afrika. In april arriveren de vogels in Nederland om te broeden. De grauwe kiekendief heeft één legsel per jaar met gemiddeld 4-5 eieren. In oktober vertrekken de vogels weer. De trekroute loopt van Continentaal Europa, over de Middellandse Zee, over de Sahara naar de Sahel.
Grauwe kiekendieven zijn vogels van open landschappen. Het voedsel bestaat uit kleine gewervelde zoals: (veld)muizen en akkervogels als graspieper en veldleeuwerik. Maar ook insecten staan op het menu. Het voedsel wordt vaak op grote afstand van het nest verzameld.
afname
In de loop van de eeuw is het aantal gestaagd afgenomen. Belangrijke oorzaken van deze enorme afname zijn het verdwijnen van grote oppervlaktes heide, stuifzanden en hoogvenen. Daarvoor in de plaats kwam hoogproductieve agrarische landschap dat ongeschiktheid is voor de soort. In de duinen spelen vooral versnippering en verstoring een negatieve rol. De grootschalige braaklegging van akkergronden in Oost-Groningen leidde onverwacht tot een opleving van de soort; hier broeden de laatste jaren 10 tot 20 paren. De soort staat op de Rode Lijst vanwege de sterke afname en de zeer geringe verspreiding van de Nederlandse broedpopulatie.
maatregel
De meeste broedsels in het braakland hebben alleen een kans van slagen als uitmaaien van de nesten voorkomen kan worden. Samenwerking tussen boeren en vogelaars is hierbij van groot belang, en gelukkig zijn de zaken in Groningen wat dat betreft goed geregeld. Ook elders in het land kan meerjarige braaklegging van percelen (of alleen de randen) kansen scheppen voor de soort. Probeer vooraf met boeren afspraken te maken over hoe te handelen bij de aanwezigheid van broedende grauwe kiekendieven op hun land. Kansen voor een terugkeer naar de oorspronkelijke broedgebieden in Nederland lijken verkeken, daarvoor zijn deze tegenwoordig te arm aan voedsel en nestgelegenheid.