Na een aantal magere jaren lijkt het dit jaar weer een goed jaar te zijn voor de Kwartelkoning. Het afgelopen weekend gingen 150 vogelaars op pad om de nachtbrakers te tellen op basis van hun karakteristieke crexcrex-roep. Ze vonden tot nu toe ruim tweehonderd Kwartelkoningen, bijna honderd meer dan vorig jaar.
In kaart brengen
In het afgelopen weekend zijn ruim 150 waarnemers ’s nachts op pad geweest om de roepplekken in kaart te brengen in de kerngebieden van de soort. Naast het rivierengebied gaat het daarbij om beekdalen in het oosten en noorden van het land en akkers in Flevoland en Groningen.
Nachtbraker
De tellingen vinden ’s nachts plaats, want de Kwartelkoning is een echte nachtbraker. De mannetjes laten vooral ’s nachts hun karakteristieke crexcrex-roep horen vanuit hooiland en kruidenrijke ruigtes. Met die roep willen ze een vrouwtje lokken en andere mannetjes op afstand houden.
Ruim 200 roepende mannetjes
Begin juni was er ook een telling. Net als toen zijn er dit weekend bijna 90 roepende mannetjes gehoord. Dit zijn niet per se dezelfde mannetjes en locaties. Er zijn ook waarnemingen verzameld tussen de beide tellingen. In totaal zijn er dit jaar ruim 200 afzonderlijke roepplekken vastgesteld.
Niet maaien
Het grootste deel (circa driekwart) van de Kwartelkoningen is in Gelderland, Overijssel en Flevoland gehoord. De overige zijn vastgesteld in Drenthe, Groningen en Friesland. Deze provincies herbergen doorgaans de helft van de waargenomen Kwartelkoningen en blijven dit jaar dus duidelijk achter. Natuurbeheerders en boeren zijn gevraagd om het maaien uit te stellen op de plekken waar de soort is waargenomen.
Verklaring
Mogelijke verklaring van de toename is het weer. In de vestigingsperiode mei en begin juni was het in het noorden relatief droog terwijl er in het midden van het land veel meer neerslag was gevallen. Dit lijkt van invloed op het aanbod van voedsel (wormen, slakken en andere insecten), de grasgroei (ze houden van hoog gras) en dat veel hooiland tot nu toe niet gemaaid kon worden (wisselvallig weer). Onduidelijk is of de omstandigheden in het overwinteringsgebied (zuidelijk Afrika) of tijdens de trek zo gunstig waren waardoor er dit jaar meer Kwartelkoningen naar Nederland terugkwamen.