Gibbons zijn de operadiva's van de jungle. De kleine apen gebruiken dezelfde techniek om hun liederen in de ruige bossen van Zuidoost-Azië te laten klinken als sopranen in de operahuizen van Milaan en Amsterdam.
Tot die conclusie komen Japanse wetenschappers die het effect van het edelgas helium op het schelle gezang van gibbons hebben onderzocht. Zij ontdekten dat de gibbons net als sopranen en tenoren de reikwijdte van hun stemgeluid vergroten door de vorm van hun stembanden, tong en mond aan te passen.
Slechts weinig mensen zijn daartoe in staat, maar de gibbons slagen daarin met een minimale inspanning, stellen de geleerden van het primatenonderzoekscentrum van de Universiteit van Kyoto vast.