De Partij voor de Dieren wil dat er een einde komt aan de jacht in periodes waarin dieren drachtig zijn of jongen verzorgen. Marianne Thieme van de Partij heeft een amendement op de nieuwe Wet natuurbescherming ingediend om dit te regelen.
Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren heeft een amendement op de nieuwe Wet natuurbescherming ingediend, om een einde te maken aan het jagen in de draag- en zoogtijd. Op dit moment is het toegestaan moederdieren te schieten in de tijd dat ze jongen te verzorgen hebben, waardoor de jonge dieren verweesd en onverzorgd achterblijven in de natuur en daar verkommeren bij gebrek aan verzorging.
Marianne Thieme: “Hoewel jagers beweren dat bij “weidelijk jagen” rekening gehouden wordt met een schoontijd voor dieren in draag- en zoogtijd, blijkt in de praktijk dat jagers zich weinig aantrekken van die zorgplicht en massaal dieren afschieten in deze periode. Zo worden vossen op grote schaal geschoten in de periode dat ze welpen moeten verzorgen en zelfs drachtige en zogende moederdieren worden niet ontzien.”
Op 1 juli aanstaande start de grootscheepse biggenjacht op wilde zwijnen waarbij duizenden pasgeboren biggen zullen worden afgeschoten. Dit is eveneens in strijd met de weidelijkheidsregels. Omdat jagers zich niet houden aan de schoontijd, wil de Partij voor de Dieren dat er een wettelijk vastgestelde schoontijd komt waarin de jacht niet is toegestaan.
Al in 2002 werd in de Tweede Kamer de motie Poppe aangenomen om vossen niet langer te bejagen in draag- en zoogtijd, maar deze motie werd door het kabinet niet uitgevoerd. Om die reden wil Marianne Thieme dat de schoontijd nu wettelijk wordt opgenomen in de Wet natuurbescherming.