Brandganzen broeden zo ver weg, dat men vroeger geen idee had hoe ze aan hun jongen kwamen. Men dacht dat ze voortkomen uit zeepokken of eendenmosselen. Het was Willem Barentsz die op Nova Zembla voor het eerst brandganzen op nesten zag zitten. Nova Zembla is een van hun broed gebieden. Verder broeden ze in het Siberische Valga, op Spitsbergen, langs de Oostzee en op Groenland. Daar vinden ze veiligheid op rotsrichels van wel zestig meter hoog. De jonge gansjes beginnen hun leven met een duizelingwekkende sprong naar beneden. Is de winter laat in het noorden, dan heeft later broeden geen zin meer. De paren slaan dan een jaar over.