Vlees van koeien die rond het Naardermeer lopen. Dat moet één van de meest natuurlijke soorten vlees zijn. Elke herfst moet een twintigtal Galloways geslacht worden om de kudde grazers op het goede peil te houden.
In 1989 heeft Natuurmonumenten twaalf Galloways geïmporteerd uit het zuiden van Schotland. In 2004 is de kudde die inmiddels gegroeid was tot 70 dieren overgenomen door Free Nature. Gemiddeld lopen er nu zo’n 165 dieren.
In de herfst worden alle Galloway runderen gevangen. De kalveren die in het voorjaar geboren zijn worden gemerkt (dat is een wettelijke verplichting). Omdat sommige percelen ’s winters behoorlijk nat zijn gaat een deel van de kudde naar drogere heideterreinen elders in het land. De runderen grazen daar om de heide open te houden. In het voorjaar komen ze terug en worden er 40 tot 60 kalveren geboren. De kudde wordt dus steeds groter.
Om de kudde gezond en evenwichtig te houden en overbegrazing te voorkomen wordt ieder najaar een aantal dieren geslacht. Dit gebeurt door een kleine slagerij en het vlees wordt als streekproduct aangeboden. Vorig najaar hebben veel liefhebbers al ontdekt hoe mooi de Galloway biefstuk is.
Vroege Vogels praat over het natuurvlees met Wouter Slors en Gradus Lemmen.