Friese dykswâlen blijken insectenoase
• 08-12-2014
• leestijd 1 minuten
© Fotograaf: PaulWendels
In het nationale landschap de Noardlike Fryske Wâlden liggen honderden kilometers houtwallen (of dykswâlen in het Fries). De insecten van deze structuren zijn de afgelopen jaren geïnventariseerd. Het blijkt dat de houtwallen een onmisbare biotoop vormen in dit agrarische landschap.
Voedselplanten
De houtwallen zijn rijk aan plantensoorten die er ongestoord kunnen groeien. Een zeer groot deel van de 618 aangetroffen nachtvlindersoorten in het gebied heeft dan ook rupsen die op de houtwallen vreten aan de planten.
Hout en strooisel
Het stevige hout van bomen vormt een voedselbron of nestelgelegenheid voor gespecialiseerde insecten. De in de NFW voorkomende boommier en glanzende houtmier maken hun nest in levende of dode boomstammen. Enkele fraaie langpootmuggen, zoals Tanyptera atrata en Ctenophora festiva, hebben larven die van vermolmd hout eten. De larven van veel andere in de NFW aangetroffen langpootmuggen leven in of onder een strooisellaag. Al deze soorten zijn daardoor afhankelijk van de houtwallen.