Fenolijn 20 februari 2022

Nestelende ooievaars, bloeiende rododendronstruiken, zingende veldleeuweriken, het eerste bloemhoofd van een engelwortel, bloeiende gele kornoelje en overstekende padden. Deze meldingen zijn zondag te horen op de Vroege Vogels fenolijn (het nummer is 035-6711338). Verder hoor je een mooie dichterlijke waarneming van een pimpelmees.

Dhr Zwanenburg uit Dronten meldt: ‘Op een akker aan de Rendierweg te Dronten zie ik de eerste drie goudplevieren op de grond zitten. Het broedkleed begint te komen. Ze zijn op trek naar hun broedgebieden in het hoge noorden.’ Goudplevieren broeden niet meer in Nederland. Het laatste broedgeval was in 1974. De goudbruin gespikkelde plevier heeft een korte snavel, opvallend grote ogen en zijn lied klinkt wat melancholisch. De grootste aantallen broeden in Scandinavië, IJsland en Noord-Rusland. In ons land zijn goudplevieren vooral op doortrek te vinden.

Sylvie uit Zoetermeer meldt: ‘Ik zag een fladderende dagpauwoog en een honingbij’. De dagpauwoog overwintert als vlinder in Nederland. In het voorjaar of zoals nu in een zachte winter is het een van de eerste soorten die weer tevoorschijn komt. De roodbruine vlinder komt aan zijn naam door de vier oogvlekken op de vleugels. Exemplaren die nu uit hun winterrust zijn gekomen gaan op zoek naar nectar. Ze kunnen hiervoor terecht bij de sleedoorn, het klein hoefblad en ook de paardenbloem.

Wil je zelf een eersteling of laatsteling doorgeven, of een hele bijzondere waarneming spreek dan de Vroege Vogels fenolijn in (het nummer is 035-6711338).

Kijk hier voor meer informatie over de fenolijn.