Vijf à zes kleine vissers mogen bij wijze van experiment in de Waddenzee handmatig op de Japanse oester gaan vissen. De proef, die enkele jaren gaat duren, moet onder meer duidelijk of het mogelijk is de Japanse oester op commerciële wijze te vangen. Dat heeft een zegsvrouw van het ministerie van LNV donderdag gezegd.
De Japanse oester hoort niet in de Nederlandse wateren thuis. Nadat in 1962 en 1963 een oesterziekte de Zeeuwse platte oester bijna uitroeide, werd de Japanse oester geïntroduceerd. De Japanse oester rukte echter ook op naar de Waddenzee.
Inmiddels wordt het schelpdier in toenemende mate als probleem en plaag gezien. Het weekdier eet namelijk mosselzaad en kokkels, tot ongenoegen van de vissers. Ook kunnen vogels de (scherpe) schelp van de oester niet open krijgen. De oester heeft dan ook geen natuurlijke vijanden en kan ongestoord oprukken. Wel gingen in 2004 grote delen van de oesterbanken in de Waddenzee dood. Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) meldt op zijn website dat niet duidelijk is hoe dat kwam.
Het experiment in de Waddenzee wordt begeleid door Wageningen Universiteit en Researchcentrum. De proef moet in de tweede helft van dit jaar of volgend jaar beginnen.