De moseik is nu in een prachtig vuurrode herfsttooi te bewonderen. Deze uitheemse eik is één van de eerste bomen die in de herfst zo mooi rood kleurt. We verwachten dat onze inheemse zomer- en wintereiken vanaf volgende week voorzichtig beginnen te verkleuren.
De moseik of Turkse eik (Quercus cerris) komt oorspronkelijk voor in Zuid-Europa en West-Azië. In Nederland wordt hij als sierboom aangeplant in parken en buitenplaatsen. Het is een fraaie, snelgroeiende boom met een brede kroon en sterk afstaande takken. In deze tijd van het jaar valt hij extra op door zijn prachtige vuurrode bladeren tussen de andere nog overwegend groene bomen. Onze inheemse zomer- en wintereiken bijvoorbeeld, komen normaalgesproken pas tussen oktober en december volledig in herfsttint. Ondanks zijn snelle verkleuring vallen de bladeren van de moseik pas laat in de herfst; bij jonge bomen blijven ze soms zelfs de hele winter verdord aan de takken hangen.
De moseik onderscheidt zich van onze zomer- en wintereiken doordat hij krachtiger groeit en een ruwere schors heeft. Daarnaast groeit hij, in tegenstelling tot andere eiken, ook goed op kalkhoudende ondergrond. Zijn bittere eikels zitten in napjes die bezet zijn met lange, stijve afstaande borstels. De boom dankt zijn naam aan deze napjes omdat ze er een beetje mosachtig uitzien. De eikels blijven in de napjes totdat ze in hun tweede jaar rijp zijn en van de boom vallen. Doordat de boom veel eikels produceert komt hij, naast aangeplant, nu ook verwilderd voor.
De moseik is in de 19e eeuw voor houtproductie naar West-Europa gehaald. De boom leek hiervoor geschikt omdat hij snel groeit en een rechte stam heeft. Het hout trekt echter snel krom en splijt gemakkelijk tijdens het drogen. Daarnaast rot het snel waardoor het niet geschikt is voor buitenwerk en alleen voor de betimmering binnenshuis gebruikt kan worden. Onderstammen van moseiken zijn wel geschikt om andere eiken op te enten.
Tekst en foto: Sara Mulder, De Natuurkalender
Bron: Natuurbericht.nl