EU-landen steunen impuls voor schone energie

Ministers van Energie van de EU-landen zijn het feitelijk eens over hoeveel hernieuwbare energie elk land moet opwekken. Voor Nederland betekent dat een stijging van 2,4 procent in 2005 naar 14 procent van de energie in 2020.

"Geen gemorrel meer aan de cijfers'', concludeerde minister Maria van der Hoeven (Economische Zaken) na het overleg donderdag in Brussel. Ze zei dat de algemene indruk onder de ministers was dat "het pakket goed gaat werken.''

De Europese Commissie had ieder EU-land in januari een doelstelling opgelegd. Enkele landen, zoals Griekenland en Cyprus, sputterden donderdag nog tevergeefs tegen.

De extra windmolens, zonne-energie, waterkracht en dergelijke moeten de CO2-uitstoot in de EU fors helpen verminderen. De alternatieve energie moet de EU ook minder afhankelijk maken van bepaalde leveranciers, zoals Rusland.

De minister riep de Europese Commissie op om landen steeds scherp in het oog te houden. "Brussel moet ingrijpen als landen verslappen. Landen mogen geen mogelijkheid krijgen om te duiken.''

De Europese Commissie kan landen waarschuwen of voor het EU-Hof van Justitie slepen. "En er is natuurlijk de pers, die zulke landen te kijk kan zetten.''

Van der Hoeven riep haar collega's uit andere EU-landen op om de hernieuwbare energie vooral milieuvriendelijk te produceren. Nu gebeurt dat niet altijd. Bekend is bijvoorbeeld dat koolzaadolie en palmolie amper CO2 besparen als grondstof voor biodiesel. In sommige omstandigheden zijn ze zelfs nadelig voor het milieu.

Van der Hoeven hoopt dat het plan in 2009 juridisch kan worden afgerond. Maar ze erkende dat dat lastige klus wordt.

Bron: ANP