Er valt weinig meer te kemphanen
• 22-03-2010
• leestijd 2 minuten
Het vroege voorjaar heeft al de eerste baltsende grutto's opgeleverd en begin deze week ook het eerste kievitsei. Toch is het kommer en kwel voor de Nederlandse weidevogels, met de kemphaan als meest trieste afgezant.
Deze week zag ik bij de Oude Waal in de Ooijpolder bij Nijmegen mijn eerste kemphanen van het jaar. Toch altijd weer een leuk moment, gevolgd door een wat weemoedige stemming erna.
Het gaat bar en bar slecht met de Nederlandse kemphanen. Ten opzichte van de jaren '60 is de stand bijna met 100 procent afgenomen. Van de ruim 6000 paar in die jaren zijn er nu minder dan 100 over. Minder dan honderd! U leest het goed. Deze kritische weidevogel staat dan ook in dieprood op de Rode Lijst. Het gevecht der kemphanen in de arena is nog slechts op een paar plekken in ons land min of meer te zien. Alleen in Friesland en Noord-Holland komen ze nog als zeer zeldzame broedvogel voor.
De kemphaan is een fascinerende steltloper. De mannetjes in allerlei kleuren en maten baltsen in een arena om de gunsten van het altijd kritische vrouwtje. Het gaat er soms hard aan toe. Het spreekwoord 'zij vechten als kemphanen' is dan ook heel treffend.
Het huidige agrarische gebied is door het intensieve gebruik niet meer geschikt voor kemphanen. Ontwatering, overbemesting, frequent maaien en een hoge begrazingsdruk hebben de kemphaan geen goed gedaan. Helaas, want het is een schitterende vogelsoort.
Wilt u zelf binnenkort nog een kemphaan zien dan is de Ezumakeeg in het Lauwersmeergebied op de grens van Friesland en Groningen een aanrader. Daar lopen ze soms tot vlak voor de hut te foerageren. Ook kan het gebeuren dat, als er een vrouwtje in de buurt is, de hanen het op de heupen krijgen en gaan baltsen . Een uitstervend tafereel.