De EU biobrandstoffendoelstelling voor 2020 van 10% kan gehaald worden met behulp van conventionele grondstoffen en huidige technologie, zonder ingrijpende veranderingen in gebruik van landbouwgrond en gevolgen voor het milieu. Het is echter de verwachting dat alleen geavanceerde tweede generatie biobrandstoffen substantieel zullen kunnen bijdragen aan de reductie van broeikasgasemissies en het verhogen van energievoorzieningszekerheid. Dit zijn de belangrijkste conclusies van het REFUEL-project dat is uitgevoerd in opdracht van het Intelligent Energy Europe programma van de Europese Unie.
Het REFUEL-project, met een looptijd van twee jaar, wordt gecoördineerd door het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en uitgevoerd door een consortium van zeven Europese instituten met verschillende expertisevelden. Het team heeft op 14 maart het Biobrandstoffen Road Map rapport gepresenteerd tijdens de World Biofuel Markets conferentie in Brussel.
Profiteren van extra opbrengst in Oost-Europa en Oekraïne
Het potentieel aan biomassa kan beschikbaar worden gemaakt zonder dat de voedsel- en diervoedervoorziening in het geding komen. Verder is het ook niet nodig om bossen, grasland en beschermde natuurgebieden om te zetten in landbouwgrond. Dit laatste is essentieel aangezien recente studies aantonen dat zulke veranderingen in grondgebruik kunnen leiden tot verliezen van koolstof in de bodem waardoor elke broeikasgasemissiereductie zou worden tenietgedaan. In de nieuwe EU-lidstaten en Oekraïne heeft de landbouw alle kansen om gewas- en veestapelopbrengsten te vergroten, waardoor landbouwgrond vrijkomt voor de teelt van grondstoffen voor bio-energie.
Meer toekomst voor tweede generatie
De EU-doelstelling van 10% biomassa in 2020 kan gehaald worden met behulp van binnenlandse productie van eerste generatie biobrandstoffen en een beperkt aandeel import. De tweede generatie biobrandstoffen zouden echter leiden tot grotere klimaatwinst. Deze biobrandstoffen, die gemaakt worden van reststoffen en houtachtige of grasachtige planten, hebben substantieel hogere opbrengsten per hectare en bieden veel betere kansen voor de Europese industrie om een innovatieve sector te ontwikkelen.
Stabiel investeringsklimaat
Voordat de tweede generatie biobrandstoffen de markt op kunnen zullen nog verschillende hindernissen genomen moeten worden. De productietechnologie moet verder worden ontwikkeld en het vraagt om nieuwe toeleveringsketens voor land- en bosbouwreststoffen en -gewassen. Daar is een gunstig en stabiel investeringsklimaat voor nodig. Sectoroverschrijdende strategieën kunnen helpen bij het wegnemen van deze hindernissen. Enkele voorbeelden zijn de aanvankelijke ontwikkeling van biomassatoeleveringsketens voor stroomopwekking en de integratie van biomassacentrales in stadsverwarmingssystemen. In dit kader zal de rol van Centraal- en Oost-Europese landen cruciaal zijn aangezien deze regio het grootste deel van het grondstoffenpotentieel herbergt.