Energiesector vindt alle energie duurzaam
• 24-06-2005
• leestijd 3 minuten
Directeur Mirjam de Rijk stuurde onderstaande brief aan het Financieele Dagblad; de brief is geplaatst in de krant van 24 juni 2005.
De bouw van een nieuwe gangbare kolencentrale in Nederland is een voorbeeld van maatschappelijk onverantwoord ondernemen, en kan rekenen op harde acties van onze kant. Eén nieuwe traditionele (poeder)kolencentrale van 1000 MW verhoogt de nationale uitstoot van het broeikasgas CO2 in een keer met vier procent. Terwijl het nog keihard werken wordt om de Kyotodoelstelling van zes procent minder uitstoot in 2010 te halen.
Een duurzame energiehuishouding is alleen haalbaar als we de gigantische kansen benutten om veel efficiënter met energie om te gaan. Ook EnergieNed onderschrijft dat. Ik geloof er echter niks van dat de energiebedrijven zelf flink aan de slag zullen gaan. Ze verdienen geld met de verkoop van gas en stroom en verdienen minder geld als ze minder verkopen. Energiebesparing moet dus afgedwongen worden door de overheid. De Nederlandse regering is aan zet als het gaat om besparing in woningen, kantoren en tuinbouwkassen. In Europees verband moeten we ambitieuze normen opleggen aan elektrische apparaten, auto’s en de industrie. Zonder vérgaande energiebesparing blijft alle energiebeleid dweilen met de kraan open.
Als het besparingsbeleid op orde is, moeten we realistisch kijken naar de mogelijkheden van duurzame energie. Niet blijven jengelen dat het duurder is dan fossiele energie of, anderzijds, de illusie wekken dat Nederland op korte termijn volledig toe kan met duurzame energie. Maar wel een ambitieus stappenplan maken en uitvoeren. Bijvoorbeeld voor wind op zee. Laten we zorgen dat er in 2010 zeven windparken (totaal 700 MW) op de Noordzee staan. Dan moeten de prestaties op stroomproductie, kosten en gevolgen voor de natuur worden geëvalueerd. Zijn die positief, dan kan worden doorgestoomd naar de 6000 MW in 2020. Ook bioenergie kan een belangrijke rol spelen en op termijn heeft zonne-energie uitstekende papieren.
En dan is het tijd om na te denken over het gat in de stroomproductie dat –tijdelijk- nog resteert. Kernenergie valt af. Het kan met geen mogelijkheid voldoen aan redelijke eisen van duurzaamheid. Voor het afvalprobleem is nog geen begin van een oplossing. De problemen met de veiligheid zijn ernstiger geworden met het opkomen van internationaal terrorisme. Daarnaast blijft de verspreiding van kernwapens een levensgroot probleem. En als de hele wereld overgaat op atoomstroom, is het rendabel winbare uranium in 3 tot 4 jaar uitgeput. En ten slotte, een kerncentrale kan alleen worden gebouwd met omvangrijke subsidies in al dan niet verkapte vorm.
We hebben dus nog geruime tijd fossiele brandstoffen nodig. Aardgas is verreweg de schoonste fossiele brandstof. Maar voor gas wordt Europa steeds meer afhankelijk van minder stabiele landen als Rusland en Iran. We kunnen dus nog niet helemaal zonder kolen. Zoals gezegd is een nieuwe poederkoolcentrale onaanvaardbaar uit milieuoogpunt. Voor een investeerder zijn ook de financiële risico’s groot, want de prijs van CO2-rechten is nu al opgelopen naar 20 euro per ton. En de rechten zullen in de toekomst alleen maar schaarser worden omdat het huidige Kyotoprotocol nog maar de eerste stap is.
Kolen kunnen een rol blijven spelen, maar dan wel heel anders gebruikt: in kolenvergassingscentrales en met ondergrondse opslag van het vrijkomende CO2. Bij deze efficiënte centrales komt minder luchtvervuiling vrij dan bij traditionele kolencentrales. Voor de ondergrondse opslag van CO2 kan bijvoorbeeld een leeg aardgasveld dienen. In de Verenigde Staten en Noorwegen is er al op aanzienlijke schaal ervaring mee opgedaan. Zo blijft het broeikasgas uit de atmosfeer en wordt de verandering van het klimaat beperkt.
Dit scenario zal geen goedkope stroom leveren. Maar het is de enige mogelijkheid om kolen te blijven gebruiken zonder het klimaat verder in gevaar te brengen. We zullen eraan moeten wennen dat duurzame energie duurder is dan vieze. Als de energiebedrijven en minister Brinkhorst hier nu eens werk van zouden maken.
Mirjam de Rijk, algemeen directeur Stichting Natuur en Milieu
Bron:
Natuur en Milieu