Onlangs hoorde een vrijwilliger van Het Flevo-landschap het onmiskenbare geluid van een roerdomp in natuurgebied Kamperhoek, gelegen ten zuiden van de Ketelbrug. Dit betekent dat deze zeldzame reiger in dit moerasgebied wil gaan broeden. De roep van de roerdomp is de kroon op het werk van Het Flevo-landschap, dat zich de afgelopen jaren met de steun van het VSB-fonds heeft ingespannen om het gebied aantrekkelijk te maken voor verschillende moerasvogels.
De roerdomp heeft op de rode lijst van beschermde vogelsoorten de status ‘bedreigde soort’. Er zijn nog ongeveer 200 broedparen in Nederland en het aantal wordt steeds kleiner. De lepelaar broedt in verschillende natte gebieden in Flevoland, zoals de Oostvaardersplassen en de Lepelaarplassen.
Dat de roerdomp nu ook in de Kamperhoek gaat broeden, betekent dat de inspanningen van Het Flevo-landschap hun vruchten afwerpen. De Kamperhoek is een voormalig zanddepot dat is omgetoverd in een plas met een moeras. In de jaren ’90 kwam de roerdomp er wel nog voor, maar sindsdien is de vogel er niet meer gehoord. De afgelopen jaren heeft Het Flevo-landschap zich ingespannen om dit gebied aantrekkelijker te maken voor moerasvogels, door de waterstanden te verhogen en de oude begroeiing plaatselijk weg te maaien, zodat ook jong riet een kans krijgt. “Vogels als de roerdomp hebben het liefst een waterstand van 20 tot 30 centimeter, dan hebben ze minder last van predators”, legt Roelof Duijff, beheerder van de Kamperhoek, uit. De werkzaamheden in de Kamperhoek maken onderdeel uit van het VSB-fonds project ‘werkzaamheden moerasherstel’.
Met zijn roep bakent de roerdomp zijn territorium af en probeert hij vrouwtjes te lokken. “Als je het geluid van de roerdomp één keer gehoord hebt, vergeet je het nooit meer”, zegt Duijff. Het geluid wordt vergeleken met dat van een misthoorn, of met het gefluit dat je hoort als je over een fles blaast.