Eerste overwicht voorstanders walvisvaart verwacht
• 31-05-2006
• leestijd 2 minuten
Landen, die voor hervatting van de walvisjacht zijn, zullen waarschijnlijk over enkele weken een meerderheid hebben in de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC). Dat heeft minister Cees Veerman van Landbouw woensdag geschreven in een brief aan de Tweede Kamer.
Sinds enkele jaren is tussen de voor- en tegenstanders van de commerciële walvisvaart een landenwedloop gaande. Beide kampen werven nieuwe leden voor de IWC ter versterking van hun doel. Inmiddels telt de commissie 67 lidstaten.
Bij de laatste vergadering vorig jaar in Zuid-Korea waren de walvisbeschermende landen met één stem nog net in de meerderheid. Bij de volgende bijeenkomst over ruim twee weken op de eilanden St. Kitts en Nevis treden vijf nieuwe leden toe. Veerman verwacht dat zij de voorstanders aan een meerderheid zullen helpen.
Het overwicht van de pro-walvisvaartkamp, dat aangevoerd wordt door Noorwegen en Japan, zal voorlopig weinig grote gevolgen hebben. Voor bijvoorbeeld het intrekken van het commerciële vangstverbod of het opheffen van reservaten is een meerderheid van driekwart van de leden nodig.
Desondanks vindt Veerman het verwachte overwicht voor de walvisvaarders geen goede ontwikkeling. Door de meerderheid kan de uitstraling van de IWC veranderen ,,van een organisatie die zich inzet voor de bescherming van walvissen naar een die voornamelijk gericht is op het gebruik van walvissen'', aldus de minister.
Sinds 1986 is de commerciële walvisvangst verboden. Noorwegen heeft zich van meet af aan niet aan dit zogenoemde moratorium gehouden. Japan omzeilt evenals IJsland het verbod door dwergvinvissen en andere walvissen te vangen voor wetenschappelijk onderzoek, wat wel is toegestaan. De IWC heeft geen middelen om deze landen te straffen. Pogingen om tot nieuwe internationale afspraken te komen, zijn de laatste jaren steeds gestrand.
Bron: ANP