Op dinsdag 4 augustus is bij Stichting AAP in Almere de eerste jonge berberaap van dit seizoen binnen gebracht. Het mannetje, dat de naam Qipla gekregen heeft, is naar alle waarschijnlijkheid nog geen twee maanden oud. Het diertje is door particulieren gekocht op een markt in Marokko. Daar was hun verzekerd dat het aapje klein zou blijven. Al snel kwamen de eigenaren er achter dat een berberaap absoluut geen geschikt huisdier is.
In Marokko worden jaarlijks zo'n 300 jonge berberaapjes in het wild gevangen voor de illegale handel. Hierbij wordt de moeder vaak op gruwelijke wijze gedood (en soms andere volwassen groepsleden). Toeristen kopen de aapjes op de markt, smokkelen ze naar Europa en houden ze als huisdier. Dit is nog steeds populair, hoewel het streng verboden is. Mede door deze handel is de populatie berberapen in Marokko inmiddels meer dan gehalveerd en zijn berberapen een bedreigde diersoort.
Apen zijn ongeschikt als huisdier en daardoor komen de gesmokkelde berberaapjes al snel bij Stichting terecht. Bij AAP is echter niet genoeg plaats voor alle berberapen die opvang nodig hebben. Momenteel heeft AAP 33 berberapen in de opvang. Nog eens tientallen dieren staan op een wachtlijst. Naar verwachting zal dit aantal snel groeien, omdat het vakantieseizoen, en daarmee de handel, juist nu in volle gang is. AAP verwacht in de komende tijd vooral veel jonge berberapen te krijgen.
Qipla moet bij AAP drie maanden in quarantaine blijven. Tijdens deze periode wordt het diertje uitgebreid medisch onderzocht. Omdat het juist voor jonge dieren essentieel is dat ze in groepsverband opgroeien, krijgt hij zo snel mogelijk gezelschap van soortgenoten. Op termijn zal Qipla deel uit gaan maken van een van de reeds bestaande groepen berberapen bij AAP.