Een op tien Europese dagvlinders bedreigd
• 18-03-2010
• leestijd 2 minuten
Bijna een op de tien Europese dagvlinders staat op het punt om uit te sterven. Een aantal daarvan komt elders op de wereld niet voor en zou daarmee helemaal verdwijnen. Dit blijkt uit de Europese Rode Lijst Dagvlinders die op 16 maart is gepresenteerd door de IUCN.
In Nederland is de situatie nog verontrustender. Inmiddels zijn we 17 van de 71 soorten dagvlinders kwijt, terwijl meer dan 30 bedreigd tot kwetsbaar zijn. Het verlies aan geschikt leefgebied is de ernstigste bedreiging voor de Europese dagvlinders. Er is een studie naar het voorkomen van dagvlinders uitgevoerd door wetenschappers uit heel Europa onder leiding van de Nederlandse Vlinderstichting. Hieruit blijkt dat bijna een derde (31%) van de 435 Europese dagvlinders achteruitgaat: hiervan wordt bijna 10% procent acuut met uitsterven bedreigd. Met het Madeira groot koolwitje (Pieris wollastoni) is het misschien zelfs al zover. De afgelopen twintig jaar is deze vlinder helemaal niet meer gezien. ‘Als we het hebben over uitgestorven dieren, dan denken de meeste mensen aan tijgers, panda’s en andere grote dieren. We moeten niet vergeten dat de kleine dieren op deze aarde buitengewoon belangrijk zijn en dus ook beschermd moeten worden’. Dit zegt Jane Smart, de directeur van de IUCN Biodiversity Conservation Group.
De belangrijkste oorzaak voor de achteruitgang van vlinders is het verlies aan leefgebied. Met name door het veranderend agrarisch gebruik hebben veel soorten het moeilijk. Meer dan de helft van alle Europese dagvlinders is afhankelijk van bloemrijke graslandgebieden die worden begraasd door kleine kuddes of die af en toe worden gemaaid. Deze graslanden worden steeds zeldzamer omdat de kleine boeren de concurrentie met de intensieve landbouw niet aankunnen. De bloemrijke graslanden worden verlaten en verruigen, of ze worden zo intensief gebruikt dat de bloemen en de vlinders er verdwijnen. Andere bedreigingen zijn het veranderende klimaat, het vaker optreden van bosbranden en het toenemende toerisme. Het behoud van het leefgebied en het voorzien in goede verbindingen tussen de natuurgebieden is voor veel soorten van belang. Daarnaast moet het Europese landbouwbeleid nadrukkelijk het toenemende verlies aan biodiversiteit bestrijden.
Met gerichte beschermingsplannen kunnen ook positieve resultaten worden geboekt. Een voorbeeld is de succesvolle terugkeer van het tijmblauwtje in Engeland en het pimpernelblauwtje in Nederland. Mensen houden van vlinders. Hun boeiende levenswijze en fraaie kleuren maken dat deze dieren, met hun prachtige namen als blauwe vuurvlinder, zilverstreep- en goudooghooibeestje en aosta esparcetteblauwtje op veel sympathie kunnen rekenen. Hierdoor is er draagvlak voor de bescherming van vlinders. Het feit dat vlinders ook in onze directe leefomgeving voorkomen betekent dat men zelf kan bijdragen aan behoud en herstel van dagvlinders. Dit kan bijvoorbeeld door te zorgen dat de vlinders in de tuin voedsel kunnen vinden en zich kunnen voortplanten.