Vandaag op pad om in de Donkere Duinen bij Den Helder naar tapuiten te speuren. Het gaat heel slecht met de tapuit. Van de ongeveer 5000 paar tapuiten zijn er nog zo’n 500 paar over, er is alle reden dus om extra aandacht aan deze bijzondere vogel te schenken. De tapuit is daarom zelfs uitgeroepen tot vogel van het jaar door Sovon en Vogelbescherming. (zie ook
www.vogelbescherming.nl
of
www.sovon.nl
)
Jeannette Parramore, verslaggeefster van Vroege Vogels, Ruud van Beusekom van Vogelbescherming, een van de beheerders van het gebied en ondergetekende, met zijn vieren proberen we de tapuiten eendrachtig op te sporen. Dat is niet moeilijk in dit gebied want, zo zeldzaam als deze vogels elders zijn, zo algemeen zijn ze hier. Vogels kijken betekent meestal geduldig turen en gluren om ze in het vizier te krijgen. De vogels zelf letten meestal niet op ons, of schrikken hooguit en gaan er vandoor. Bij de tapuit heb ik altijd het idee dat de rollen zijn omgedraaid. Je zit rustig in een duinpan of op een duinhelling en zo af en toe gluurt er een spits vogelkopje over de rand, maar als je opkijkt, is het al weer weg. Even later duikt het opnieuw op, op een andere plek. Het lijkt wel alsof de tapuiten verstoppertje met je spelen en af en toe heb je het gevoel dat ze je het liefst willen “wegkijken"!
Al snel vangen we een mooie tapuitman in de telescoop en dat is genieten. De tapuit is prachtig; een mooie leigrijze rug, donkere vleugels en een fier opgerichte houding. Rond het oog een donker “boevenmasker” met aan de bovenrand een helderwitte wenkbrauwstreep die over het voorhoofd doorloopt. Het wijfje is meer bruin van kleur, maar heeft ook die mooie witte voorhoofdtekening. Bij het opvliegen valt hèt kenmerk van de tapuitenfamilie op: de spierwitte stuit en bonte staarttekening. Als je door de duinen fietst of loopt, dan valt meestal als eerste de witte, voor je uit dansende vlek op en als je goed kijkt blijkt daar een vogel aan vast te zitten!
Voordeurdelers geen bezwaar
Opvliegen doen ze met zo'n typische royale tapuitenzwaai, om een fiks eind verderop weer neer te strijken. In maart druppelen de eerste tapuiten binnen. In april en begin mei kunnen we getuige zijn van uitgebreide balts- en imponeerrituelen. De vleugels worden wat opgetild, waardoor de witte stuit en staartpennen nog beter zichtbaar worden. De staart wordt vervolgens gespreid en naar links of rechts gekanteld om maximaal op te vallen. Soms richt de vogel zich zo hoog mogelijk op en maakt zich lang en slank, terwijl de andere partij bijna op zijn kop lijkt te staan en in spiegelbeeld met de snavel naar beneden gericht staat te imponeren. Ook kunnen de mannen met trillende vleugels een dansje maken waarbij de tenen nog juist de grond raken. Zingen, of beter gezegd brabbelen, doen ze vooral heel vroeg in de ochtendschemering of als het nog maar net licht is. Voor de broedvogels moet je in de duinen zijn of op de hogere zandgronden. Drente, de Veluwe en oostelijk Brabant. Daar liggen de kale zandige heuvels waar de tapuiten hun nest onder de grond kunnen maken in konijnenholen. Soms hippen daar de konijnen in en uit langs het nest, want tegen voordeurdelers heeft de tapuit geen enkel bezwaar.
Nico de Haan