Ecologen zoeken de grens op
• 29-08-2012
• leestijd 2 minuten
Ecologen onderzoeken momenteel de natuurwaarden van zoet-zoutgradiënten. Zij willen achterhalen welke planten- en diersoorten afhankelijk zijn van overgangen tussen zoete en zoute milieus en hoe deze gradiënten zich in kustzones optimaal kunnen ontwikkelen. Het toestaan van meer dynamiek lijkt een van de belangrijkste punten voor behoud van deze bijzondere ecosystemen. Het project vindt plaats binnen het programma Ontwikkeling en Beheer van Natuurkwaliteit (O+BN).
Zeldzame soorten
Een groot deel van de Nederlandse duingebieden is aangewezen als Natura2000 gebied waarin veel belangrijke habitats liggen, en bijzondere planten- en diersoorten leven. Vooral op de grens waar het zoute zeewater en het zoete duinwater elkaar treffen, komen zeldzame soorten voor, zoals de Europees bedreigde Groenknolorchis (Liparis loeselii). Nederland heeft voor het behoud en herstel van dit soort bijzondere kustsystemen een internationale verantwoordelijkheid.
Zoet-zoutgradiënten
Op veel plekken zijn deze natuurlijke gradiënten verdwenen, omdat er stuifdijken zijn aangelegd of omdat door waterwinning of landbouw de grondwaterstand is gedaald en er geen zoete kwel meer optreedt. Naast de verhoging van het grondwaterpeil is het re-dynamiseren van de kustzone waarschijnlijk een goede oplossing om soortenrijke habitats zoals groene stranden en jonge duinvalleien duurzaam te behouden. Een belangrijke vraag is waar momenteel de meest waardevolle zoet-zoutovergangen liggen en hoe deze functioneren. Zo wordt op plekken waar nog Groenknolorchissen groeien de kwaliteit van bodem en grondwater bepaald. Met deze kennis kan worden gezocht naar andere locaties waar zoet-zoutgradiënten hersteld of ontwikkeld kunnen worden.
Diersoorten
Een andere belangrijke vraag is voor welke diersoorten deze bijzondere grenssituaties van belang zijn. Want hoewel er veel verspreidingsonderzoek aan diersoorten wordt uitgevoerd in Nederland, zijn juist de zeldzame overgangssituaties nog onderbelicht. Met behulp van sleepnetten en het lopen van transecten wordt deze zomer op verschillende locaties de dierenwereld in kaart gebracht. Om het belang van een intacte zoet-zoutgradient voor deze dieren te kunnen begrijpen, worden zowel plekken bemonsterd waar de overgang nog intact is, als plekken waar deze is verstoord.
De ecologen hebben onderzoekslocaties op Texel, Schiermonnikoog en de Veermansplaat in Zeeland. Daarnaast worden nog onverstoorde gradiënten op de Duitse waddeneilanden onderzocht. Het verzamelen en analyseren van de gegevens zal nog tot in 2013 duren. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium van Stichting ERA, Stichting Bargerveen, de Universiteit van Amsterdam (UvA) en EGG consult uit Groningen. Het project is een onderdeel van het programma Ontwikkeling en Beheer van Natuurkwaliteit (O+BN).