Dat tuinen ook in de nazomer belangrijk zijn voor vleermuizen blijkt uit deze tweede tuintelling: in een ruime meerderheid (85 procent) van de deelnemende tuinen werden vleermuizen gezien. Bij de vleermuistuintelling in het voorjaar was dat 87 procent. Dwergvleermuizen werden in verreweg de meeste tuinen gezien, op enige afstand gevolgd door laatvliegers of rosse vleermuizen.
Omdat het verschil tussen sommige soorten in de schemering best moeilijk te zien is, zijn 'dwergvleermuis onbekend', gewone dwergvleermuis, kleine dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis samengenomen onder 'dwergvleermuizen'. Op basis van zijn voorkomen zal de gewone dwergvleermuis daarin een grote meerderheid hebben. Ook de duidelijk grotere, maar ook op zicht lastig te onderscheiden laatvlieger en rosse vleermuis zijn in de resultaten samengenomen. Het aantal tuinen waarin watervleermuizen of grootoorvleermuizen werden waargenomen bleef relatief laag. Logisch, want watervleermuizen en grootoorvleermuizen worden pas laat in de schemering actief en zijn daardoor niet makkelijk te zien. Daarnaast hebben lang niet alle tuinen een voor watervleermuizen geschikte tuinvijver.
In het weekend van 24 en 25 augustus vond de nazomerse vleermuistuintelling van 2019 plaats. Het was de tweede vleermuistuintelling ooit in Nederland, en werd georganiseerd door de Jaarrond Tuintelling en de Zoogdiervereniging. Zo’n 300 tuineigenaren deden mee en telden in totaal ruim 2600 vleermuizen: flink wat meer dan de 1907 vleermuizen bij de eerste tuintelling in mei 2019.
Wat opvalt is dat het aantal keer dat een bepaalde soort vleermuis in een tuin is waargenomen, veel sterker is veranderd dan het aantal tuinen waarin die soort is gezien. Dwergvleermuizen, 'vleermuis onbekend' en grootoorvleermuizen zijn in augustus meer waargenomen dan in mei. Laatvliegers / rosse vleermuizen en watervleermuizen zijn daarentegen minder waargenomen. Het is moeilijk te zeggen of het aantal individuen in de tuinen is veranderd, of dat de keren dat in de buurt aanwezige vleermuizen over de tuin vliegen (de activiteit) is veranderd.
Vaststaat dat vleermuizen in de nazomer (augustus) ander gedrag vertonen dan in het voorjaar (mei) en dat dit gedrag invloed kan hebben op de telresultaten. Mannetjes van gewone dwergvleermuizen zijn bijvoorbeeld in de nazomer veel drukker met het verdedigen van een paarverblijfplaats en een eigen territorium dan in mei. Hierdoor kun je in de nazomer vaker zien dat dwergvleermuizen elkaar achternazitten en in de lucht lijken te dueleren. Bij laatvliegers, die ook vaak in de buurt van tuinen hun verblijfplaatsen hebben, speelt een dergelijk territoriumgedrag niet.
In groene tuinen vliegen meer vleermuizen
Vanwege de enthousiaste deelname van zoveel tuintellers gaat de vleermuizentuintellingen op Tuintelling.nl door. Samen laten de tellers zien hoe belangrijk groene tuinen en een duurzame leefomgeving zijn voor vleermuizen en andere tuindieren! De resultaten roepen wel veel vragen oproepen en daarom gaat de organisatie kijken of de telmethode voor de vleermuistuintelling volgend jaar aangepast kan worden. Daarnaast is er een plan om bewakingscamera’s te controleren op vleermuizen.