"Duurzame energie heeft grote effecten op het landschap"
• 07-08-2007
• leestijd 2 minuten
© Windmolen
Producenten van groene stroom associëren hun product graag met kabbelende beekjes, dartelende dieren en ongeschonden bossen, maar het tegendeel is waar, aldus de Amerikaanse klimaatwetenschapper Jesse Ausubel van de Rockefeller Universiteit in New York. Als groene stroom echt zoden aan de dijk moet gaan zetten, zal dat juist enorme landschappelijke offers vergen. Ausubel heeft uitgerekend hoeveel landareaal nodig is om aan de huidige energievraag te voldoen met duurzame oplossingen. Het blijkt om zóveel land te gaan, dat grote landelijke gebieden gecultiveerd moeten worden.
Het tijdschrift
De Ingenieur
maakte twee jaar geleden soortgelijke sommetjes voor Nederland. Het gooide de hele energievraag, stroom, verwarming en transport, op een hoop. Om heel Nederland van energie te voorzien, zijn 71 kerncentrales van 1600 MW nodig, rekende De Ingenieur uit. Voor windenergie zou de Noordzee van Texel tot aan halverwege Denemarken over de volle breedte van Nederland volgebouwd moeten worden met windmolens, voor zonne-energie is 31% van het Nederlandse landoppervlak nodig, voor biomassa 5,4 keer het landoppervlak van Nederland.
Op het onderzoekje van het tijdschrift was veel kritiek. 'Het is appels met peren vergelijken', vindt Gerard van Bussel van de Sectie Windenergie van de TU in Delft en hij heeft vergelijkbare bedenkingen bij de Amerikaanse studie. Voor zonnecellen en windmolens is land dubbel te gebruiken. De mast en de fundering van een windmolen stellen weinig voor, aldus de wetenschapper. "Slechts 5% van het rotoroppervlak neemt daadwerkelijk ruimte in. In Flevoland, waar de meeste windmolens in Nederland staan, is het verlies aan bouwland zeer beperkt. In Gouda zijn drie windmolens op een bedrijvenpark gezet. Dan is 5% nog te hoog, want er zijn geen extra toegangswegen nodig."