De 'duizendjarige' eiken, die enkele jaren geleden ontdekt zouden zijn op de Veluwe, zijn in werkelijkheid veel minder oud. Het oudste eikeltje waaruit een boom is ontkiemd, dateert naar alle waarschijnlijkheid uit het eind van de achttiende eeuw. De oudste boomdelen zijn ontstaan in 1826.
Dat maakten onderzoekers van de Wageningen Universiteit en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten woensdag bekend aan de voet van de zogenoemde clustereiken in de buurt van Garderen op de Veluwe.
De dikste Veluwse clustereik, een verzameling stammen die dicht opeen staan, heeft een omtrek van 35 meter. Maar uit het onderzoek is tevens gebleken dat die omtrek niets zegt over de ouderdom van de bomen, aldus boomdeskundige Jan den Ouden uit Wageningen.
Eerder meenden bomenonderzoekers dat de clusters uit een één boom waren ontstaan die steeds werd omgehakt. Dat zogenoemde eikenhakhout werd lange tijd gebruikt als bron van eikenschors voor de leerlooiers en voor brandhout. Een 'hakhout-stoof' dijde met een vaste snelheid per jaar uit. Op basis van die snelheid meenden de onderzoekers dat de moeder van de groep eikenbomen dus 1000 jaar oud moest zijn.
Bodemonderzoek en microscopisch onderzoek aan het binnenste van de bomen heeft geleerd dat het anders zit. Tussen de bomen blijken ondergrondse horizontale takken te groeien. Dat wijst er op dat de jonge boompjes vroeger werden belaagd door grazende schapen. Alleen de onderste takken hadden de kans te groeien, als ze tenminste dicht in het strooisel bleven. Op soms flinke afstand van de moederboom konden die 'afleggers' opnieuw wortel schieten, en zo een 'nieuwe' boom vormen. Eigenlijk zijn dat dus stekjes van de oude boom.
Clustereiken groeien alleen op arme zandgronden in heidegebieden. Behalve op de Veluwe zijn de bijzondere boomgroepen ook in Brabant, Drenthe en Noord-Duitsland aangetroffen. De oudste bekende clustereiken zijn volgens Den Ouden drie- tot vierhonderd jaar oud. Dat er duizendjarige eikenbomen zouden bestaan, wijst de wetenschapper van de hand, aangezien eiken een maximale levenscyclus van zes- tot zevenhonderd jaar hebben.
Den Ouden en de andere onderzoekers zijn niet teleurgesteld dat de Veluwse woudreuzen veel minder oud blijken te zijn dan gedacht. ,,In de bomen is de gebruiksgeschiedenis van de Veluwe precies af te lezen. Dat maakt ze tot bijzonder cultuurhistorisch bezit, dat zeker beschermd en bewaard moet worden'', zegt hij. De wetenschappers hebben tal van beheeradviezen gebundeld, zodat de bijzondere bomen nog vele generaties lang behouden kunnen blijven. Misschien kunnen door begrazing ook weer nieuwe clustereiken ontstaan.