Droogte drijft mycologen het moeras in

Ondanks dat er gedurende de laatste dagen van april veel regen viel, was april een droge maand. Reden om paddenstoelen te zoeken in terreinen waar je ze niet zou verwachten.

Je zou het na het natte weekend bijna vergeten zijn, maar de maand april was erg droog. Er viel de helft van de neerslag die er gemiddeld valt in deze maand. April 2010 kwam op de derde plaats in zonuren, gemeten over een periode van meer dan honderd jaar. Zeker geen weer voor paddenstoelen. Genoeg reden om mycologen het moeras in te drijven, een laatste plaats waar wellicht tijdens een droge periode nog wel paddenstoelen te vinden zijn.

Een van de weinige plekken waar paddenstoelen dan wel te vinden zijn, zijn de onaantrekkelijke velden met pitrus. Deze ontstaan bij het uit productie nemen van nat weiland. Als er niet gemaaid wordt, ontstaat binnen enkele jaren een bijna ondoordringbare wildernis van pitrus die tot aan de heupen reikt. Bepaald geen plaats waar je bijzondere paddenstoelen verwacht. Toch is het de moeite waard ook in deze onaantrekkelijke terreinen eens te kijken naar paddenstoelen.

Eén van de paddenstoelen die zich hier schuil houdt, is het Russeknolkelkje (Myriosclerotinia curryana). Het Russeknolkelkje wordt weinig (zie verspreidingsatlas) gevonden. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de pitrusgebieden waarin het voorkomt. Het leeft op vochtige afgestorven pitrusstengels en vormt in de holle stengels een sclerotium. Een sclerotium is een donker gekleurd en stevig overlevingsorgaan van de paddenstoelen. De paddenstoelen zelf zijn tot twee centimeter grote bruine bekertjes die vaak in groepjes bij elkaar zitten. Ze staan op een tot een centimeter lange steel. Het is een voorjaarspaddenstoel die in april en mei gevonden kan worden.

Nu het weer is omgedraaid zullen ook op andere plekken wel weer leuke paddenstoelen gevonden worden. Toch blijft het de moeite waard om ook eens in gebieden te kijken die er op het eerste gezicht onaantrekkelijk uitzien. Het levert meer op dan je denkt.

Tekst: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Bron: Natuurbericht.nl