Drones helpen onderzoek veenbesblauwtje
• 18-04-2016
• leestijd 2 minuten
© Fotograaf: Paulcools
Het veenbesblauwtje is een van de meest bedreigde vlinders van ons land. Om de soort effectief te kunnen beschermen wordt nu onderzoek gedaan naar het voorkomen van het veenbesblauwtje en haar leefgebied. Daarbij worden ook drones gebruikt. Daarmee wordt vanuit de lucht naar potentieel leefgebied van deze vlinder gezocht.
Onderzoek voor bescherming
De Vlinderstichting doet in 2016 onderzoek naar het veenbesblauwtje (
Plebejus optilete
). Deze bijzondere vlindersoort komt nog maar op twee locaties in Nederland voor. Gefinancierd door de provincie Groningen en Diergaarde Blijdorp, bekijkt De Vlinderstichting hoe de bescherming van deze soort kan worden verbeterd. Het veenbesblauwtje heeft een voorkeur voor kleine oppervlakten hoogveen die omgeven zijn door bos. Het leefgebied van het veenbesblauwtje bestaat uit een combinatie van lage, natte delen waar veenbes (
Vaccinium oxycoccos
), de belangrijkste waardplant voor de rups, groeit en meer hoge, droge ruggen met gewone dophei (
Erica tetralix
) die door de vlinders als nectarplant wordt gebruikt.
Drones voor luchtbeelden
Sinds 2015 werkt Regelink Ecologie & Landschap samen met Dutch Drone Company om natuuronderzoek met behulp van drones uit te voeren. Dutch Drone Company verzorgt daarbij de inwinning van gedetailleerde luchtbeelden en Regelink Ecologie & Landschap draagt zorg voor de ecologische inhoud, de verwerking en analyse van luchtbeelden en het rapporteren naar opdrachtgevers. De ingewonnen luchtbeelden worden verwerkt tot een luchtfoto van het gebied dat geïmporteerd kan worden in een geografisch informatiesysteem (GIS). Het is mogelijk om luchtbeelden te classificeren op verschillende typeringen; zoals bos, struweel en grasland. Binnen het onderzoek naar het veenbesblauwtje worden verschillende typen hoogveenvegetaties in kaart gebracht met behulp van de ingewonnen luchtbeelden.