Amerikaanse eiken, zomereiken en beuken tezamen hebben dit jaar een iets minder dan gemiddeld mastjaar. Samen zullen ze naar schatting rond de drie miljoen kilo aan vruchten produceren. Vooral aan de zomereiken zitten maar weinig eikels. De beuk daarentegen beleeft een volmast jaar terwijl het vorig jaar ook al een goed beukennotenjaar was. Wilde zwijnen zullen profiteren van het grote aantal beukennootjes.
Wel of geen mast?
Al sinds 1987 registreert de Vereniging Wildbeheer Veluwe hoeveel mast er door Amerikaanse eiken, zomereiken en beuken geproduceerd wordt op de Veluwe. Per soort wordt bepaald of er extreme volmast, volmast, redelijke mast, plaatselijke mast of helemaal geen mast is. Al gedurende het groeiseizoen is een goede schatting te maken.
Dit jaar wordt er 850 duizend kilo aan eikels van de Amerikaanse eik verwacht (plaatselijk tot redelijke mast) en maar 600 duizend kilo eikels van de zomereik (plaatselijke mast). De beuk heeft een volmast jaar en zal naar verwachting zo’n 1,6 miljoen kilo beukennootjes produceren.
Wilde zwijnen profiteren
Het aantal wilde zwijnen en hun conditie is grotendeels afhankelijk van de hoeveelheid mast die beschikbaar is. Bij veel beukennootjes hebben wilde zwijnen een betere concurrentiepositie ten opzichte van het edelhert en het damhert.
De zachte winter van 2014 zorgde voor een voldoende voedselaanbod. Ook omdat er in 2013 weinig zwijnen waren door het slechte mastjaar in 2012. Hierdoor zijn er in de winter van 2014 winter weinig zwijnen gestorven.
Een beeld dat ook in andere landen in Europa zichtbaar is. Door de goede voedselsituatie afgelopen winter werden de eerste biggen in sommige gebieden al in januari geworpen. Door de gunstige omstandigheden zal de aanwas van de populatie wilde zwijnen op de Veluwe dit jaar 160 procent zijn. In extreme mastjaren kan de aanwas oplopen tot 275 procent.